carlabernard.reismee.nl

Mekong delta

Zondag, 11 december 2011, zonnig, 32

Na het ontbijt werden we opgewacht door onze chauffeur en een nieuwe gids. We reden via de nieuwe highway Saigon uit. Het was rustig omdat het zondag was en veel mensen dan toch vrij zijn. Net buiten Ho Chi Minh reden we een hagelnieuwe weg op. Deze was net opgeleverd en had een vermogen gekost. Na de eerste zware regenbui waren er echter de nodige gaten in het wegdek gevallen. De weg werd daarom op veel plaatsen al weer gerepareerd. De weg was nu vrij maar volgend jaar gaat er tol geheven worden. De verwachting is dat er dan alleen nog toeristen rijden omdat de Vietnamezen de kosten niet willen betalen en gewoon de drukkere hoofdweg nemen die wel gratis blijft.

We reden door enorme rijstvelden. Men kan hier drie keer paar jaar oogsten. De grond is zo vruchtbaar dat de rijst gezaaid kan worden in plaats van plantje voor plantje gepoot te worden. Er zijn ook machines ontwikkeld om de rijst te oogsten. Hiermee zal het met sikkel afsnijden van de rijst tot het verleden gaan behoren. In dit gebied waren er ook weer grote tegenstellingen. De ene boer liep nog met zijn buffalo's terwijl een paar velden verderop de nieuwste machines bezig waren.

We reden nu de Mekong delta in. Hier wonen ongeveer 19 miljoen mensen.

We verlieten de freeway en kwamen bij de Saigon rivier uit. Daar stapten we over op een bootje.

We voeren eerst naar een dorpje waar een hele familie bezig was om van kokosnoten heerlijke snoepjes te maken. Ook werd er rijstcorn gemaakt. Dat lijkt erg op popcorn maar er worden rijstkorrels als basis gebruikt.

Hierna voeren we de Saigon rivier op. Deze is hier ruim twee kilometer breed. Er is een verschil in getij van bijna 2 meter. Dat wordt door de vissers gebruikt om vlak bij de oever visvallen te maken. Bij hoogtij zwemt de vis er in en als het water gaat zakken kan hij niet meer terug.

We staken de rivier over. In het midden wordt veel zand gebaggerd. Dat wordt verkocht aan heel zuid Azië. Aan de overkant voeren we een smalle zijrivier in. De woningen aan de kant zijn alleen per boot of over het pad langs de oever met fiets of bromfiets te bereiken. Er heerst hier nog een enorme rust.

Na een tijdje meerden we aan en kwamen we bij een groot herenhuis in Franse stijl uit. Daar kregen we een optreden van vier heren en twee dames. Drie van de heren bespeelden snaarinstrumenten, die de anderen zongen hierbij.

Toen we terug kwamen bij de boot, bleek dat deze inmiddels was doorgevaren. Zijn doorgang was te laag nu het waterpeil nog verder gedaald was. We werd nu een stuk per roeiboot vervoerd.

Een paar kilometer verderop lag onze boot op ons te wachten. Nadat we waren overstapt, werden we naar onze homestay gebracht. Daar kregen we een kamer op de eerste verdieping met een opmerkelijk hoog bed.

Na de lunch hebben we een tijdje heerlijk in de tuin van de homestay in het zonnetje gezeten.

Om half vier zijn we op de fiets gestapt. De voertuigen waarop we zouden rijden hadden hun beste tijd gehad. Ze stonden in de laagste stand, zachte banden en nauwelijks remmen.

We reden over een zandpad langs de oever van de zijrivier. Even verderop reden we een verharde weg op. Na een bruggetje kwamen we weer op een smal pad uit dat langs een riviertje slingerde. We reden zo vlak langs de huisjes en hutjes. Er waren veel vertakkingen van de rivier. Steeds als we die over moesten was er een boogvormig bruggetje. Inhalen en tegemoetkomend verkeer ging maar net. We maakten zo een mooie tocht door het gebied. Bijna op het eind reed Carla een lekke band maar dat mocht de pret niet drukken. Kijk bij video's voor een filmpje.

Hierna hebben we lekker in een hangmat uitgerust van de inspanning.

Na een warme douche gingen we de keuken in. We hebben daar gefrituurde springrols gemaakt. Daarvoor moesten we een mengeling van groenten en vlees op rijstpapier leggen en deze strak oprollen. Daarna werden ze een kleine tien minuten in oliegebakken. Hierna gingen we aan tafel. Naast de springrols kregen we een olifantenvis te eten.

Zoals we inmiddels gewend zijn, smaakten het prima. Er waren nog twee gasten in het guesthouse. Dat waren twee Nederlandse meiden die net aan hun avontuur begonnen. We hebben een tijdje gezellig zitten kletsen waarna het bedtijd werd.

Maandag, 12 december 2011 , zonnig, 32

Om half vier werden we wakker van een omroepinstallatie. De gids vertelde dat daar elke ochtend het propaganda nieuws wordt voorgelezen. De mensen hier gebruiken het ook als wekker want er was daarna een behoorlijke bedrijvigheid van voorbij varende boten. De schroefpropeller die de boten aandrijft lijkt soms wel om een helikopter.

Na het ontbijt voeren we eerst naar een fruittuin. In deze tuin van bijna 2 ha werden allerlei soorten fruitbomen geteeld. Zo waren er kokosnoten , mangos en Jack fruits

We voeren de zijrivier uit en staken de Saigon rivier weer over om aan te meren bij een steenfabriek.

Hier werden de stenen gebakken voor de huizenbouw. De klei komt uit de rivier. Deze wordt de mallen gevormd waarna ze een paar weken in de zon liggen te drogen. Daarna worden ze opgestapeld in een grote korfvormige oven. Dat wordt allemaal door een gezin gedaan die per oven betaald worden. Als de gedroogde kleivormen zijn opgestapeld wordt de oven aangestoken. Als brandstof wordt afgekeurde rijst gebruikt.

Deze wordt voor een habbekrats opgekocht en zorgt voor een constante temperatuur in de oven. Na 72 uur worden de stenen weer uit de oven gehaald. Ook dat is weer allemaal handwerk. De stenen zijn nu klaar voor de verkoop. De as wordt weer aan de boeren terug verkocht om als mest te dienen.

We voeren door tot in Vingh Long. Daar stond de chauffeur ons op te wachten. We reden nu verder in westelijke richting de Mekong delta in. Overal waren riviertjes en kanaaltjes. We staken met een ferryboot een breder gedeelte over. Er is al wel een planning gemaakt voor een brug maar dat is stil komen te liggen nadat een andere in aanbouw zijnde brug is ingestort. Uit het onderzoek bleek dat het ongeluk, waarbij 200 doden vielen, was veroorzaakt door gerommel met de materialen. Het oorspronkelijke Japanse staal was verkocht en vervangen door oud spul uit Vietnam. Hierdoor was het draagvermogen onvoldoende en knalde de brug nog tijdens de bouw in elkaar.

We reden nu door Long Xuyen. Dat is een grote stad. Er zijn hier fietsen met daarachter een soort aanhangwagentje waarop weer van alles vervoerd wordt.

We reden verder langs de rivier. Er waren opvallend weinig auto's. De hutjes waren weer terug en zelfs een enkele karren getrokken door twee buffalo's. Op sommige plaatsen was nog te zien hoe hoog het water tijdens de laatste overstromingen heeft gestaan.

We reden Chau Doc binnen om even later in ons hotel in te checken. We hebben op de lokale markt geluncht omdat we geen restaurant konden vinden. De rest van de middag hebben we lekker genietend van het zonnetje doorgebracht, waarna we nog een frisse duik in het zwembad namen.

Hierna zijn we het stadje nog even ingelopen en hebben we een bezoek gebracht aan een boeddhistische tempel. ’s Avonds hebben op een boot op de Mekong rivier gedineerd.

Hiermee nemen we afscheid van Vietnam want morgen varen we naar Cambodja.

Cu Chi tunnels en Cao Dai

Zaterdag, 10 december 2011, zonnig, 30

We werden door een nieuwe chauffeur opgehaald om naar het noordwesten te gaan. Nadat we ons door de drukke ochtendspits hadden heen geworsteld, kwamen we eerst in een vlak gebied met rijstvelden uit. Hierna reden we door een afwisselend gebied. De chauffeur koos kleine smalle weggetjes zodat we veel van de lokale bevolking kregen te zien. De mensen zijn hier wat grover dan in het noorden. Ze hebben een breder gezicht en zijn wat molliger. Ook hier staan de mooiste huizen naast schamele hutjes, die soms van leem zijn opgetrokken. Er is hier een dikke kleilaag. Deze kleilaag is ook de reden waarom wij hierna toe reden. Door de dikke stevige klei was men namelijk in staat om een tunnelsysteem onder het dorp Cu Chi te graven tijdens de Vietnam oorlog. We bezochten het museum dat voor deze tunnels is aangelegd. We werden welkom geheten en werden naar een half ingegraven ruimte gebracht. Daar werd eerst aan de hand van een kaart en een maquette uitleg gegeven over het ontstaan van de tunnels. In de periode van 1960 tot 1975 hebben de inwoners van dit gebied veel weerstand geboden aan de Amerikanen. De mensen hadden echter niets behalve hun handen, gezond verstand en de dingen die de natuur hen gaf. Het verzet was zo hevig dat het een prestige strijd werd met het grote Amerika, dat een klein dorp er niet onder kon krijgen. Het dorp werd met napalm en chemische bommen bestookt vanuit de lucht. Hierna besloten de strijders om zich in te graven. Hierbij werd een heel tunnelstelsel gebouwd, waarin alle voorzieningen die nodig waren om te overleven aanwezig waren. Er waren speciale kamers waar de vrouwen en kinderen veilig konden verblijven. Er waren keukens, slaapplaatsen en zelfs een hospitaal. Het stelsel bevatte drie lagen. De tunnels waren zo smal gemaakt dat de kleinere Vietnamezen er net door konden maar de grotere Amerikanen kwamen vast te zitten. Op verschillende plaatsen waren boobytraps aangebracht.

Alle toegangen waren afgedekt en in de jungle nauwelijks te ontdekken. Overal waren luchtschachten aangebracht voor frisse lucht. De uitgangen hiervan werden ingesmeerd met soja, knoflook en andere kruiden zodat de speurhonden van de Amerikanen er niet op aan sloegen. Op het hoogtepunt waren er tussen de 8000 en 10000 mensen in de tunnels. Zelfs toen er met tanks over de tunnels gereden werd, hield de klei het zodat de tunnels niet ontdekt werden. Ten einde raad werden op het gebied zware bommen uit B52 bommenwerpers losgelaten. Deze vernielden een klein gedeelte maar kon hersteld worden. In de loop der jaren werd steeds meer materiaal dat de Amerikanen achter lieten recyclet tot allerlei soorten wapens waarbij ze dan weer ten strijden trokken.

Na de uitleg kregen een promotiefilm in zwart wit te zien. Daarna werden we door een lokale gids langs alle bezienswaardigheden geleid. We kregen de verschillende soorten vallen te zien, de ingangen en hoe snel deze onzichtbaar gemaakt konden worden. Op een schietbaan mocht je diverse wapens uit proberen.

Vervolgens kwamen we bij de tunnels uit. De gids vertelde er wel bij dat deze waren verbreed om de toeristen er ook door heen te kunnen laten kruipen. We hebben een kleine 40 meter door zo’n tunnel gekropen.

Deze was nu nog spaarzaam verlicht en het was al een beangstigend gevoel. De originele diepere en smallere tunnels waren allemaal helemaal donker. Ook de eetkamer en keuken waren te zien. Het water werd van ruim 500 meter uit de grond gehaald omdat het water van de nabij gelegen Saigon rivier vergiftigd was. Daar was wel een ontsnappingsroute naar toe gemaakt. Hierdoor liepen sommige lagere tunnels bij hoogwater onder water. Het dorp was geheel selfsupporting. Dat betekende dus dat men voor hun eigen voedsel zorgde door s nachts op de rijstvelden te werken. Van de rijst werd uiteraard veel gemaakt. Verder was er een naaiatelier. De schoenen werden gemaakt van oude autobanden.

Het geheel zag er erg indrukkend uit en gaf een prima beeld hoe het leven in de tunnels geweest moet zijn. Het was terecht dat men erg trots is op het feit dat de Amerikanen er nooit in zijn geslaagd om de tunnels te veroveren.

Na de tunnels reden we naar Tay Ninh. De route voerde weer door eindeloze rubberboomplantages. In Tay Ninh is de tempel van de Cao Dai. Cao Dai is een van de godsdiensten in Vietnam. Zij geloven in de goddelijk geesten die zich openbaren aan de priesters tijdens de seances. Als symbool hebben zij het alziend oog. In de tempel die wij bezochten wordt vier keer per dag een plechtigheid gehouden.

We mochten die van 12.00 uur bijwonen. Hiervoor was boven een pad gemaakt waar de toeristen plaats konden nemen. In de enorme tempel staat helemaal vooraan een soort altaar met enkele grote stoelen.

Deze werden tijdens de plechtigheid alleen aan de zijkanten gebruikt. Daar stonden klokken waarop met tussen pauzes werd geslagen. De gelovigen zaten in drie secties in de tempel. Het dicht bij het altaar zaten twee priesters in het rood met het alziend oog op hun rug. Een stuk daar achter zaten priesters in rood, wit, geel en blauw. Daar achter zaten in strakke rijen in het wit de overige gelovigen. Mannen en vrouwen gescheiden van elkaar. Op de klokslagen voerden alle gelovigen bewegingen uit waarna zij weer in gebed verzonken. Na een klein half uur was de sessie voorbij en liep iedereen weer naar buiten. Al die tijd was het gebied rond de tempel volledig afgesloten. Er mocht geen verkeer komen en de tempel mocht je alleen op blote voeten betreden.

Na de lunch zijn we teruggereden naar Ho Chi Minh. De chauffeur bood ons desgevraagd aan om een bezoek te brengen aan Cholon, zoals de Chinese wijk heet. De wijk heeft veel kleine straatjes waar allerlei waren verhandeld wordt. Zo was er een straat met alleen maar lappen stof. We reden eerst naar de Thien Hau-pagode. Deze tempel is rijk versierd. Binnen staan overval wierookvaten. Vlak voor het hoofdaltaar is een aparte ruimte. Daar worden spiraalvormige wierookbranders opgehangen waaraan je een wens of gedachte kunt achter laten. We hebben er eentje op laten hangen voor papa.

Hierna werden we naar de Chinese markt gebracht. Hier werden we horendol. Via hele smalle gangetjes moest je je weg zien te vinden. We hebben hier even rondgekeken en weden daarna weer naar ons hotel gebracht.

In de avonduren hebben het centrum nog een keer bezocht. Het heeft toch wel zijn charme.

Van Da Lat naar Ho Chi Minh

Vrijdag, 9 december 2011, regen en bewolkt, 29

We werden al vroeg opgehaald bij het hotel. We hadden een lange trip voor de boeg naar Ho Chi Minh City, het voormalige Saigon. We vertrokken in de stromende regen. We merkten nu pas goed dat Da Lat op een hoog plateau ligt want we begonnen met een stevige afdaling. We reden door een bosrijk gebied. Het was inmiddels droog en een flauw zonnetje zorgde voor voldoende verwarming om de dampen uit de berghellingen te laten opstijgen. Dat is altijd een mooi gezicht.

Na de afdaling kwamen we op een nieuwe tolweg uit. Deze was prima te berijden, maar het werd duidelijk minder toen we weer op de oude weg terug kwamen. Het was hier redelijk vlak en er waren rijstvelden en bananenplantages. We begonnen weer te klimmen en de omgeving veranderde. Er waren nu alleen nog maar koffie- en theeplantages om ons heen. De koffiebonen waren net geplukt en lagen in de voortuinen van de woningen te drogen.

Er waren ook weer meer hutjes te zien. Na de stop in Di Linh klommen we nog verder en kwamen we op de top van de Boa Loc pas. Na de afdaling kwamen we in een duidelijk armer gebied uit. Er stonden veel hutjes, de mensen reden op veel oudere bromfietsen en er waren ook opvallend veel mensen lopend onderweg.

De koffie en theeplantages hadden plaats gemaakt voor rubberbomen. Onder aan de stammen van deze bomen hangen bakjes waar een vloeistof indrupt, waarvan rubber gemaakt kan worden.

We staken een rivier over. Aan deze rivier was het La Nga meer. Daar woonden vissers in drijvende woningen.

We kwamen steeds dichter bij Hoi Chi Minh en reden de ons welbekende AH1 weer op. Vanaf hier was het nog 70 kilometer naar de hoofdstad. De weg liep door het glooiende landschap met aan beide zijde steeds een enorme bedrijvigheid aan allerlei soorten winkeltjes en werkplaatsjes.

Vlak voor Saigon liep het verkeer voor het eerst in deze vakantie vast en hadden we een stukje file. Toen we Hoi Chi Minh eenmaal binnen waren, viel als eerste op dat er een aparte afgeschermde rijbaan voor de brommertjes was. Pas in het centrum kwam dit weer bij elkaar. De wegen in de stad zijn duidelijk breder dan in Ha Noi, mogelijk dat het verkeer daardoor minder chaotisch leek.

We namen afscheid van onze chauffeur, hij gaat weer terug naar NHa Trang en we checkten in in ons hotel, dat midden in het centrum ligt. Na een verlate lunch, het was inmiddels half vier, zijn we de stad verder ingelopen. Ho Chi Minh lijkt veel op een westerse stad, brede straten met overal winkels en shopping malls. Het knusse mierennest gevoel van Ha Noi vindt je hier niet.

Aan de rand van de Saigon River staat de Saigon Skydeck Tower. In deze toren van 262 meter is op de 49 verdieping een skydeck gemaakt, waarop een 360 rond een uitzicht over de hele stad hebt. Je krijgt dan pas een idee hoe groot deze stad eigenlijk. Het heeft ongeveer 10 miljoen inwoners.

Toen we weer beneden waren, werd het al snel donker. Overal ging de verlichting aan en dat gaf in de kersttijd een aparte sfeer omdat bijna alle winkels hieraan uitbundig mee doen.

De eerste indruk van Ho Chi Minh is dat de stad niet kan tippen aan Ha Noi, maar misschien moeten we morgen onze mening daarover bijstellen als we meer van de stad gaan bekijken.

Da Lat

Donderdag, 8 december 2011, bewolkt, 25

We reden naar het terrein waar rond de jaarwisseling een grote bloemententoonstelling gehouden wordt. Da Lat is echt Het centrum voor de bloemen in Vietnam. Een belangrijk bloem is de tulp. Nog niet alles was gereed, maar je kreeg al een aardige indruk hoe het er over enkele weken uit moet zien. Er waren schitterende perken aangelegd met beeldengroepen. Op het middenterrein moet een grote fontein komen.

We reden door naar het oude station van Da Lat. Dit station is in art-deco stijl en wordt alleen nog gebruikt voor een oud treintje naar Trai Mat, een dorpje dat net buiten Da Lat ligt.

Toen we net uit het gammele treintje waren gestapt, dachten wat moeten we hier. We kwamen aan in een vuil dorpje met een gedeeltelijk verharde hoofdstraat. We liepen deze straat een eind in en kwamen toen bij een onderdoorgang met een lachende Boeddha uit. Achter deze poort was een pagode en grote tempel. Op beide gebouwen stonden beelden en waren versieringen aangebracht. Deze waren gemaakt van stukjes aardewerk.

Het ziet er kitscherig uit, maar het heeft ook wel wat. Naast de pagode is men bezig om een nog groter bouwwerk te maken. In de tempel stond een grote Boeddha.

We zijn met het treintje weer terug gereden naar Da Lat. De locomotief reed nu achteruit, want die kon op het kleine stationnetje niet keren. Hij kon wel gerangeerd worden zodat hij weer aan de voorkant van de twee treinstellen kwam te staan.

We brachten een bezoek aan het keizerlijke paleis. Paleis is misschien een wat groot woord voor een groot huis uit het begin van de vorige eeuw.

We mochten alleen maar binnen als we grote sloffen over onze slippers aantrokken. De inrichting was nog geheel intact zoals het gezin van Boa Dai daar geleefd heeft. Wat op viel waren de kleine bedjes en de verhoging waarop zijn kantoorstoel stond zodat de keizer toch over de tafel heen kon kijken. We reden door naar Lam Ty Nipagode. Deze wordt nog bewoond door een groep monniken. Hij heeft een traditioneel uiterlijk en viel daardoor in het niet bij de tempel van Trai Mat.

In de middag hebben we een stevige wandeling om het meer gemaakt. Na het diner hebben we nog wat rond gekuierd in het centrum van Da Lat.

Da Lat

Woensdag, 7 december 2011, zonneschijn en buien, 30

Het uitzicht over zee vanaf de hotelkamer was inderdaad geweldig.

De chauffeur pikte ons op en we maakten nog een kleine citytour door Nha Trang. Deze chauffeur spreekt geen Engels en moet dus met gebaren en een paar woordjes ons proberen duidelijk te maken wat hij bedoeld. We kwamen eerst bij de Pro Nagar Chamtorens.

Dit tempelcomplex is gebouwd in de achtste eeuw. Van de 8 originele torens zjn er nog 4 bewaard gebleven. In deze tempels zijn gewijd aan de godin Yang Pro Nagar. De tempels staan boven op een berg en worden gezien als een heilige plaats. Daarom was gepaste kleding vereist en dus moesten we ondanks de hitte een vestje aan om de schouders te bedekken. Binnen waren een beeld en een offertafel te zien.

Het was drukkend benauwd, echt totaal anders dan dat we tot nu toe zijn gewend. Van het tempelcomplex reden we dwars door de stad naar een immens groot Boeddhabeeld.

Deze staat boven op een berg die met een steile trap te beklimmen is. Onderaan de berg staat een tempel. Daar staan drie Boeddha’s achter elkaar opgesteld. Halverwege de trap kun je onder een klein poortje doorlopen en kom je bij een enorme liggende Boeddha uit. Daarna is het nog een behoorlijke klim naar de top waar de grote Boeddha staat. Achter het beeld is een plaats waar de urnen bewaard worden. Vanaf de berg had je een mooi uitzicht over de stad en haar omgeving. Het waren de zweetdruppels wel waard. Het was inderdaad zo warm dat het zweet van je rug droop.

Terug in de auto verlieten we al snel Nha Trang. In de stad was het verkeer al veel rustiger dan in Ha Noi maar daar buiten was het gewoon stil. We reden een klein stukje over de highway AH1 om vervolgens af te slaan naar Da Lat.

De weg was hier erg slecht. Overal waren grote vierkanten uitgezaagd, maar deze waren nog niet opgevuld met nieuw asfalt. Op een enkele plaats was men hier mee bezig. De chauffeur gaf aan dat dit al 4 maanden zo was en het einde nog niet in zicht was. We reden langs rijst- en suikerrietplantages. De boeren hebben hier steeds vaker de beschikking over een mechanische ploegmachine.

We verlieten het vlakke land en begonnen te klimmen. Hier stonden veel bananenbomen. Na de koffiebreak begon de klim pas echt. We reden over de Ngoan Muc pas. Deze was ruim 32 kilometer lang met de top net onder de 1800 m. Halverwege de beklimming begon het te gieten. Overal op de steile wanden ontstonden watervallen. Kijk bij video's voor een impressie.

De laatste kilometers reden we dwars door de wolken in de mist. Soms was het zicht minder dan 50 meter. Op de klim waren verschillende bussen en vrachtauto’s met pech stil komen te staan. Na de top was er een totaal ander landschap. In het bergachtige gebied wisselden bospassages en thee- en koffieplantages elkaar af.

Daar tussen leefden de mensen. Ze woonden nog in hutjes met slechts hier en daar een stenen huis. De mensen die hier wonen hebben een veel donkere huidskleur dan de andere Vietnamezen. Een stuk weg was door de regen weggeslagen. Men was dit aan het repareren, maar dat gaf in de rode klei een enorme modderpoel. Toen ik even verder uit wilde stappen om een foto te maken, gleed ik in de modder uit en belandde op mijn kont in de watergoot naast de rijbaan. Ik heb een schone broek aangetrokken en we konden weer verder.

Toen we dichter bij Da Lat kwamen, zagen we overal grote velden die met doeken bedekt waren waardoor het kassen leken. Onder deze kassen werden bloemen voor heel Vietnam geteeld.

We kwamen in Da Lat aan. Dat is een redelijk rustig provincie stadje. Na de lunch hebben we een bezoek gebracht aan een Lat dorp. Lat zijn de wat donkere mensen die we eerder gezien hadden. Zij woonden in hutjes rond een vrij nieuwe kerk. Het contrast was wel erg groot want op weg naar dit dorpje zagen we ware paleisjes staan. We hebben een wandeling door het dorpje gemaakt.

Hierna zijn we naar een galerie gegaan waar men schitterende schilderijen geborduurd en geweven had.

We reden door de stad langs het hotel naar onze laatste bestemming voor vandaag. Het Crazy House.

Dat is een gebouw, want huis kun je het niet noemen, waarbij de kamers met elkaar verbonden zijn met allerlei kronkelige trappen. Een gedeelte zit er uit als een giraffe.

Via de trapjes kwam je steeds hoger en verder in het huis. Het laatste gedeelte was men nog aan het bouwen. Het was inderdaad krankzinnig en ook volstrekt onbewoonbaar tenzij je van verstoppertje spelen houdt. We werden weer keurig bij ons hotel afgezet.

Trein naar Nha Trang

Dinsdag, 6 december 2011, zonnig, half bewolkt, 28

Na het ontbijt hebben we eerst nog een klein uurtje lekker bij het zwembad in het zonnetje gelegen voordat we door een nieuwe chauffeur werden opgehaald. Deze bracht ons naar het station in Da Nang. Hier werden we door een kruier naar ons treinstel gebracht toen de trein bij het station aankwam. We hadden gelukkig de coupe met ons tweeën. De coupe was nagenoeg gelijk aan die van de trein naar Lao Cai. Hij was alleen iets minder luxe. De coupe bestaat uit vier bedden. Gelukkig bleven de twee bovenste bedden dus leeg. De trein vertrok precies op tijd. In Da Nang reden we ook weer vlak langs de huizen.

Daarna reden we door een gebied met veel rijstvelden en af en toe wat gebergte. Er waren ook enkele tunnels. Bij de meeste spoorwegovergangen wordt niets geregeld, bij sommige rijden ze een hek over de weg en slecht een enkele heeft spoorbomen zoals wij die kennen. De trein stopte verschillende keren om een tegemoetkomende trein vrij spoor te geven. Het grootste gedeelte van het traject van ruim 500 km bestaat uit een enkel spoor. Op sommige plaatsen is men wel bezig om een spoor naast het bestaande spoor aan te leggen. Dat gebeurt nog grotendeels met de hand.

Het was moeilijk om foto’s van deze omgeving te maken omdat de ruiten niet door de Vietnamese spoorwegen waren schoongemaakt en daarom een wat flets beeld opleverde.

Naar mate we zuidelijker kwamen, zagen we dat de rijstvelden hier nog wel ingeplant zijn en mooi groen van kleur waren. Kennelijk kunnen er hier dus meer oogsten per jaar gedaan worden. Overal op de velden was veel bedrijvigheid.

Kijk bij de video's om een beter beeld van de treinreis te krijgen.

Het laatste stuk van deze lange rit ging in het donker. Onderweg regende het hard, maar toen wij in Nha Trang aankwamen was het droog. Daar stond een chauffeur ons op te wachten. Hij bracht ons naar een mooi hotel aan de boulevard. We kregen een kamer op de achtste verdieping, Vanaf hier hadden we een prachtig uitzicht op zee. Morgen bij daglicht kunnen we hier pas echt van genieten

Kookles Hoi An

Maandag, 5 december 2011, bewolkt en motregen, 25

Na het ontbijt werden we opgehaald om naar een kookles te gaan. We kwamen in een klas met 11 kookgierige. We gingen eerst de ingrediënten kopen op de plaatselijke markt.

Deze markt leek erg op de markt in SaPa die we eerder bezochten. Hier was alleen een veel grotere visafdeling omdat Hoi An natuurlijk aan zee ligt.

We kochten allerlei soorten groenten, vlees en garnalen in. Hierna konden we plaats nemen in een boot. Met deze boot voeren we in ruim een half uur naar een klein eiland. De aankopen hadden we in rieten manden gedaan. Een oudere dame stond ons op te wachten om deze manden op de Vietnamese wijze met een juk te dragen. Ik mocht dat van haar overnemen.

We kwamen bij onze kookplaats aan. Daar zijn we in kleine roeibootjes gestapt. Hiermee voeren we door een soort mangrove bos van kleine kokosnootbomen.

Een stuk verderop zijn we uitgestapt bij een klein dorp. Dit dorp heeft met de laatste regentijd nog geheel onder water gestaan. In de huizen heeft het water ruim 2 meter hoog gestaan. De schade was weer gerepareerd, alleen de elektriciteit was nog niet hersteld. In de eerste woning die we bezochten, liet men ons zien hoe van rijst rijstmeel wordt gemaakt door de rijst met water tussen twee molenstenen door te draaien. Deze rijstmeel wordt gebruikt in allerlei gerechten. Zo kregen we nu een soort kroepoek.

Bij het huis was een soort ara, die allerlei woorden riep. De gids wilde het eerst niet vertalen, maar het was schuttingtaal die het diertje uitkraamde. In het tweede huis had men een magische tafel. Deze ronde tafel kon door de geest van de mensen die hun handen licht op de tafel legde worden rondgedraaid. Echter als de man des huizes dat niet wilde, kreeg je hem niet van de plaats. Er zal wel een trucje achter zitten, maar het wel vermakelijk om te zien.

Hierna roeiden we weer terug naar de plaats waar we zouden gaan koken. We moesten eerst onze handen wassen. Dat gebeurde door met een houten pollepel water uit een kan over je handen te schenken. Hierna kregen we een keukenschort voor. Per tweetal hebben we eerst soep gemaakt. Eerst werden kruiden fijngestampt, daarna mocht het water en verschillende stukken vlees worden opgezet. Al roerend kwamen hier nog de nodige ingrediënten bij.

Daarna moest de soep bijna twee uur staan pruttelen. We zijn verder gegaan met het volgende gerecht. De kok liet ons eerst zien wat de bedoedeling was en daarna mochten wij het gaan proberen. We maakten een salade rol. Hiervoor moesten we een vel rijstpapier nat maken en op een plank leggen. Vervolgens werd een blaadje sla als ondergrond gebruikt. Daarop werden de groente gelegd. Daarna werd het pakketje een slag opgerold. Hierna werden de garnalen toegevoegd en werd de rol verder opgerold en klaar was je voorgerecht.

Hierna kwam een hartige pannenkoek. We bakten eerst de beef en garnalen aan. Het rijstmeel was al voor ons gemaakt. Het beslag ging in de pan waarna de rest werd toegevoegd. Na een paar keer omkeren, was de pannenkoek klaar om gegeten te worden.

Het derde gerecht was Bun Bo Nam Bo, of te wel een salade met vermicelli rijst en beef. We maakten eerst alle groene groente kort, daarna bakten we de uitjes bruin. Vervolgens moest de beef gebakken worden. Dat was nog een hele klus om deze met je jobsticks te draaien. Het geheel werd netjes op een bord gelegd. Over het vlees werden de uitjes gelegd en daarboven gebakken pinda’s. Een takje mint was de finishing touch.

Tot slot werd de soep afgemaakt tot een Pho Bo Ha Noi, Hanoi stijl beef noedels soep. Het zag er allemaal zo gemakkelijk uit en het smaakte nog goed ook. We kregen de recepten mee en ook een paar grotere jobsticks om thuis het nog eens een keer te proberen om dezelfde gerechten op tafel te krijgen. Dat zal niet mee vallen omdat hier alles al in de juiste proporties werd aangereikt en alle ingrediënten uiteraard ook voorhanden waren.

Toen we weer terugvoeren begon het licht te miezelen. We zijn uiteraard weer naar Tina, de kleermaakster gegaan. Daar hebben we de gemaakte kleding gepast en toch nog maar twee rokjes besteld. We zijn naar het hotel terug gewandeld. Onderweg zagen we een shop waar je de nagels kon laten lakken. Voor de teennagels was dit al noodzakelijk. Terwijl de tenen van Carla behandeld werden, vroeg de dame of wij zin hadden in een massage. Dat sprak ons wel aan. Daarom hebben we ons als Sinterklaas kadootje verwend met een heerlijk body massage. Ruim een uur waren de twee dames bezig om ons hele lichaam te kneden en te masseren.

We liepen in het donker weer terug naar het centrum. Dat was een hachelijke onderneming. Ondanks dat ik een pet met verlichting op had werden we door een aangeschoten bromfietser bijna van de weg gereden. Slechts door een noodsprong in de berm konden we een aanrijding voorkomen. Bij Tina hebben we de laatste kleding meegenomen en afscheid van haar genomen. Met een taxi zijn we teruggegaan naar het hotel, wat toch wel een stukje veiliger was.

Hoi An

Zaterdag, 3 december 2011, regen en opklaringen, 21

Even na achten vertrokken we weer uit Hue. We reden langs de luchthaven om vanaf daar in de richting van Da Nang te rijden. Buiten Hue werd de weg soms erg slecht. Dat veroorzaakte regelmatig lekke banden. Als dat bij een vrachtauto gebeurt, worden er gewoon wat takken voor en achter het voertuig neergelegd als wegafsluiting, Iedereen houdt daar dan rekening mee. We konden zien dat de tegenstellingen hier groter zijn dan in het noorden. De meeste huizen zijn hier wel afgemaakt en rondom geschilderd, maar de buren kunnen dan rustig nog hutje wonen. De huizen hebben soms ook al iets dat op een voortuintje lijkt. Hierdoor doet alles gemoedelijker aan. Ook zagen we voor het eerst mannen op de buffalo’s rijden.

We moesten twee passen over. De tweede was een behoorlijke klim. Tijdens deze klim begon het te regenen. Op de top van de berg hadden we onze koffiebreak in ‘Coffee in the clouds’. Die naam klopte precies want de regen kwam met bakken uit de hemel en er was amper zicht op de stad die onder ons langs.

In Da Nang hebben we de treintickets voor volgende week opgehaald. Hierna kwamen we bij de kust uit. Hier worden in een hoog tempo enkele tientallen vakantie resorts uit de grond gestampt.

Na een ritje van 4 uur kwamen we in Hoi An aan. Hoi An staat bekend om zijn kleermakers De chauffeur bracht ons eerst naar een kleermaker. Bij deze kleermaker liet men eerst zien hoe van de zijderups zijde wordt gemaakt. Daarna liepen we door ruimte waar we tafelkleden, geborduurde foto’s en kleding konden bestellen. We zijn hier niet op in gegaan omdat we eerst nog verder wilde kijken.

We checkten in in ons hotel Riverside. Dat ligt net buiten Hoi An aan een riviertje. We kregen en mooie kamer met uitzicht op de rivier.

Met het busje van het hotel werden we naar het centrum van Hoi An gebracht. Zowel de dames van de receptie als de bestuurder van het busje raden nog een kleermaker aan. In Hoi An heb je een paar soorten winkels: kleermakers, schoenmakers, houtsnijwerk, lampions, souvenirs en restaurants. Het geeft een heel levendige, gezellige indruk. Het centrum bestaat uit oude gebouwen en is verboden voor auto’s. We hebben drie kleermakers bezocht en bij eentje, Tina twee broeken, twee colberts en een winterjas besteld. We kunnen deze morgen al komen passen.

Het centrum van Hoi An is heerlijk om door heen te wandelen. Ook hier was weer een groente en vleesmarkt, direct aan de oevers van de rivier.

Op de rivier varen taxiboten. Deze zijn dan afgeladen met brommertjes en fietsen. Tijdens de spits varen deze boten af en aan.

We hebben gegeten in een restaurant op Lantareneiland. Op dit eiland worden lampions verkocht. Deze hangen in vele kleuren voor de winkel als etalage.

In het restaurant zaten we buiten op de eerste verdieping zodat we een goed uitzicht hadden over de haven en de omliggende straten. Dat was een leuke combinatie om wat te zien te hebben en goed te kunnen eten.

Het is hier nog goedkoper dan in het noorden. Dat geldt ook voor de souvenirs. We hebben nog wat rondgewandeld waarna het hotelbusje ons weer terug bracht. We waren net op onze kamer toen de was, die we vanmiddag hadden afgegeven al weer schoon en gestreken werd afgeleverd.

Zondag, 4 december 2011, regen en zonneschijn, 27

We hebben eerst lekker uitgeslapen. Na het ontbijt zijn we weer met het busje van het hotel naar het centrum gegaan. We werden bij Tina, onze kleermaakster uitgezet.

Daar was de kleding al pasklaar. De broeken die zijn nagemaakt zijn perfect. De colberts moeten nog iets bijgewerkt worden. De winterjas was nog niet klaar. We hebben nog twee jurkjes en een blouse besteld. Deze kunnen we vanavond al passen.

Hierna zijn we terug gewandeld naar het hotel. Het zonnetje kwam flauwtjes door de wolken. Daarom zijn we doorgelopen naar het strand. Het was een mooi breed zandstrand met een behoorlijk woeste zee.

Hier hebben we in een lekker zonnetje de middag op strandbedjes doorgebracht.

Op het terras van de hotelkamer hebben we genoten van de ondergaande zon.

Hierna zijn we naar het centrum gewandeld. Dat is maar 3 kilometer en dus goed te doen.

Bij Tina was nu alles gereed. Bijna alles zat nu perfect. Alleen een jurk wordt nu wat korter gemaakt. De blouse is zo goed geworden dat er ook nog een in een andere kleur is besteld.

Hierna hebben we door het centrum gewandeld. Het was opvallend druk. Bij de rivier werden dan ook heel veel wenslichtjes op het water geplaatst. Dat gaf uiteraard veel sfeer. Na het diner hebben we een taxi terug genomen.