carlabernard.reismee.nl

Stellenbosch en Robbeneiland

Zondag, 15 oktober, regen en zwaar bewolkt, in de middag zonnig 15/ 22


We verlieten Kaapstad in noordelijke richting. In deze omgeving zijn de Fransen in de 17e eeuw aan land gekomen. De hugenoten plantten de eerste wijngaarden aan waardoor hier een nieuwe wijnstreek ontstond. Door de speciale grondsoort en het grote hoeveelheid zon krijgen de druiven een eigen smaak. Langs de wijngaarden staan veel rozenstruiken. Deze zijn gevoeliger voor schimmels en andere ziekten zodat de wijnboer snel kan zien wanneer zijn wijnranken bedreigd worden en hij ze preventief kan behandelen

Boven het dorpje Paarl was het monument voor de Afrikaanse taal. Dat is opgericht om het ontstaan van deze taal, die erg op oud Nederlands lijkt te herdenken.

We bezochten een van de wijnbedrijven. De oogst in hier in februari en maart. Het bedrijf had nu dus alleen maar lege vaten. De druiven kwamen via een luik bij een grote schroef uit. Daar werden de druiven vermalen en de drab werd voor de eerste dagen via pijpleidingen in grote vaten gedaan. Daarna werd er onderscheid gemaakt voor de rode en de witte wijn. Het sap werd naar grote stalen vaten verplaatst. Het restant aan schillen en takjes werd als mest op de wijngaarden gebruikt. De vaten voor de witte wijn wordt gekoeld tot 10 terwijl de rode op een temperatuur tussen de 18 en 22 werd gehouden. Bij de rode wijn werden ook bacteriën toegevoegd om de gisting beter te laten verlopen. Na de gisting werd de witte wijn meteen gebotteld. De rode werd in houten vaten opgeslagen voor de duur van 18 maanden. Dan was ook de rode wijn klaar voor de verkoop. Na de rondleiding kregen we enkele wijnen te proeven.

We bezochten Stellenbosch. Dat is een universiteitsstad met een gezellig centrum. Daar hebben we geluncht.


Toen we terug reden naar Kaapstad kregen we te horen dat de boottocht naar Robbeneiland niet door kon gaan. Door de harde wind was de stroming te sterk om verantwoord de oversteek van 10 km te maken. We gingen niet bij de pakken neer zitten en hebben weer een taxi naar Waterfront genomen. Daar hebben we een helikoptervlucht genomen. Er moest wel eerst met de piloot gebeld worden of dit mogelijk was. Boven de zee was alles mogelijk, we konden niet naar de Tafelberg vliegen omdat daar nog teveel bewolking was. Na een korte veiligheidsinstructie konden we aan boord.

We vlogen eerst een stuk langs de kust en zagen nu pas de mooiste en duurste wijken van Kaaapstad en de bijbehorende stranden. De wolken verdwenen voor even en we kregen een prachtig overzicht van de Tafelberg en andere bergen zoals de Twaalf Apostelen.

Daarna bogen we af om naar Robbeneiland te vliegen. De piloot beaamde dat er door de wind een erg sterkte stroming stond en dat het dan zeker geen pretje was om anderhalf op een boot te zitten. We vlogen over het eiland en zagen het complex waar Nelson Mandela 19 jaar gevangen gezeten had. Dat was een relatief klein gebouw. Verder waren er op het eiland enkele woninkjes van de bewaarders.

Toen we terug naar het vasteland vlogen zagen we de Tafelberg in volle omvang geheel zonder wolken. Achteraf hoorden we dat enkele medereizigers met de kabelbaan naar boven zijn gegaan. Marius, onze gids gaf aan dat we het morgen weer gaan proberen voor de hele groep. We maakten nog een kleine ronding over de haven om daarna weer veilig te landen, een geweldige ervaring rijker.



Als afsluiting aan Kaapstad hebben we in Waterfront gedineerd waarna we weer terug zijn gegaan naar het hotel.


Kaapstad

Zaterdag, 14 oktober, zwaar bewolkt, 18


Vandaag hebben we Kaapstad gezocht. We gingen eerst naar het kasteel. Dat is een oud paleis in de vorm van een fort dat door de VOC gebouwd is.

Daar werd geschiedenis van het begin van de stad verteld. Jan van Riebeek stichtte de stad in 1652 om als steunpunt te dienen naar de route naar Nederlands Indie. Daarna kwam de Britse overheersing tot de onafhankelijkheid. Kaapstad is nu uitgegroeid tot een stad van 2,4 miljoen inwoners. De blanken wonen dicht bij het centrum en de donkere mensen in de townships. Dat onderscheid is niet veroorzaakt door de apartheid maar door de maatregel in de 18e eeuw dat slaven niet in de stad mochten wonen. Daarom woonden zij net buiten de stad en dat is altijd zo gebleven.

Na het kasteel maakten we een wandeling door de stad. We liepen langs het stadhuis dat helemaal is opgebouwd uit materialen die vanuit Engeland zijn overgebracht.

We liepen over de bloemenmarkt. Op straat was men bezig om een film op te nemen. Een model moest verschillende keren een stukje over het trottoir lopen .We kwamen bij het parlementsgebouw van de provincie uit. Van daaruit konden we de gouverneurstuinen in lopen. Daar waren de stadseekhoorns massaal aanwezig naast mooie bomen en planten.

Na een koffiebreak reden we de Signal Hill op. Deze ligt tegenover de Tafelberg. Op de berg waaide het erg hard. We hadden wel een schitterend uitzicht over de stad. We konden ook het voetbalstadion zien en in de verte een vage schaduw van Robbeneiland dat zo’n 10kilometer voor de kust ligt.


De Tafelberg zelf was grotendeels in wolken gehuld. Marius, onze gids reed toch naar de gondels van de Tafelberg toe maar helaas stond er teveel wind zodat deze niet naar boven gingen. Mogelijk dat we de komende dagen wel naar boven kunnen maar de voorspellingen zijn niet erg gunstig. Er wordt regen voorspeld maar we blijven hopen.

Terug in de stad bezochten we de kleurrijke woningen van de voormalige slaven. De rest van de middag hebben we doorgebracht in de winkelcentra rond Waterfront waar we ook weer hebben gedineerd. In de haven zwommen robben. Bij de vertreksteiger naar Robbeneiland lagen enkele robben op de kant. Ze verspreidden een enorme stank. Op verschillende plaatsen werd muziek gemaakt. Bij een van de groepjes was ook de filmcrew weer actief.


Hermanus en Kaapstad

Vrijdag, 13 oktober, zonnig 29


We vertrokken vroeg en lieten de struisvogels achter ons.

We passeerden nog enkele weiden met deze dieren. Daarna kwamen de wijnranken daarvoor in de plaats. Hiervan werd echter geen wijn gemaakt maar port. We volgden de Route 62 door de Kleine Karovallei. Via twee mooie indrukwekkende passen verlieten we deze vallei. Door het mooie weer konden we nu wel genieten van het uitzicht.

We kwamen nu in een gebied met grote akkers van graan, tarwe en koolzaad. Het landschap glooide met grillige rotsformaties aan de horizon.

We lunchten in Swellendam. We kwamen vlak langs het zuidelijkste puntje van Zuid Afrika. Dat is niet Kaap de goede hoop. Dat is het meest westelijke aan de Atlantische Oceaan. Cape Agulhas is het meest zuidelijkste puntje aan de Indische Oceaan. We verlieten de N2 om bij Hermanus naar walvissen te gaan kijken. De boeren houden koeien, schapen en paarden en verbouwen druiven voor de wijn. Het is een erg dunbevolkt gebied, de buurman kan zo maar een kilometer verderop wonen.

In Hermanus leken we in eerste instantie weer geen geluk te hebben. Er waren geen walvissen te zien, maar ons geduld werd beloond. Op redelijk grote afstand liet een walvis zich af en toe zien en aan zijn spuit konden we hem volgen. Na een half uurtje was het speelkwartier en sprong hij een paar keer een stuk uit het water. Dat was een fantastisch gezicht. Een speelmaatje voegde zich bij hem maar die sprong helaas niet.

Na Hermanus reden we een grote pas over. Op de top keken we uit op de baai waar Kaapstad in ligt. We konden de stad en de Tafelberg zien .Langs de snelweg was een grote sloppenwijk en ook weer wijken met Mandela huisjes. Elke krotje was wel voorzien van een schotel. Aan de rand stonden een hele batterij hokjes die dienst deden als toilet.


Op de snelweg was een ernstig ongeval gebeurd. Een fietser was aangereden en werd ter plaatse gereanimeerd. Fietsers en voetgangers mogen daar eigenlijk niet komen maar niemand houdt zich daar aan. Iets verder op kwam ons een trein tegemoet. Daar hingen passagiers aan de buitenkant van de trein. Zij reizen op deze manier uiteraard illegaal maar wel gratis. Een stukje verderop lag een auto in de berm met heel veel toeschouwers. Zo gebeurt er de hele rit nauwelijks iets en aanschouwen we nu twee aanrijdingen binnen 5 minuten. We reden het centrum van Kaapstad in en kwamen bij ons hotel uit. Vanuit onze kamer kunnen we een stuk van de Tafelberg zijn maar helaas niet de top. Met een taxi zijn we naar Waterfront gegaan om te eten. Dat is een complex rond de jachthaven met allemaal gezellige restaurants en barretjes. In het midden staat een groot reuzenrad. Na het diner en een drankje op het terras zijn we met de taxi weer teruggegaan.



Oudtshoorn

Donderdag, 11 oktober half bewolkt en regen 18


We werden wakker gemaakt door ibessen. Dat zijn vogels die heel hard schreeuwden.

Na het ontbijt reden we weer naar Knysna. Er waren drie grotere groepen met bavianen die rustig op de weg liepen. In Knysna konden we nu de gevolgen van de brand nog beter zien. We zagen verschillende huizen en hotels die volledig in as waren gelegd. We reden door naar George. Daar was een mooi wit strand. Het goot echter. We reden de Quitenita pas op. Deze is 800 meter hoog en dat was dus een behoorlijke klim. Door de regen en de wolken hadden we helaas geen uitzicht. Na de pas klaarde het weer helemaal op. We reden door de kleine Karusa vallei. Daar heeft men nog een beetje water. Dat wordt gebruikt om hop te verbouwen.


Verder zagen we de eerste struisvogelboerderijen. Oudtshoorn is de struisvogel hoofdstad van de wereld. We bezochten een van de boerderijen. Daar kregen we rondleiding. Struisvogels kunnen zo’n 35 tot 45 jaar oud worden en lopen tot 70 km/u hardlopen. Een mannetje zoekt een vrouwtje uit en blijft daar zijn hele leven bij. De dames zijn er alleen maar om de eieren te leggen. Het broeden gebeurt door de mannetjes. Een struisvogelei is zo groot als 24 kippeneieren, het duurt twee uur om hem te koken. In de farm wordt alles gebruikt van het dier. De veren worden gebruikt om boa’s en plumeaus van te maken. Van de huid wordt leer gemaakt en het vlees is heerlijk. Dat konden we proeven tijdens de lunch.

We reden de route 62 op. Deze heeft hier dezelfde faam als zijn bekende broer in Amerika de route 66. Langs de kant van de weg stonden wel vreemde verwijsborden waarop stond “aftrekplek”. Dat was gewoon een aanduiding van een uitvoegstrook. Het blijft toch een aparte taal, dat Zuid-Afrikaans.

We reden onze lodge voorbij om de grotten te bezoeken. Aan het eind van de vallei heeft men diepe grotten ontdekt. Deze zijn zo’n 1,2 miljoen jaren oud. Het gedeelte dat wij bezochten bestond uit drie grote ruimten met vele grillige stalactieten en stalagmieten. De gids voerde ons steeds in het schemerdonker de ruimte in om daarna het natuurschoon in het volle licht te zetten. Toen we terugliepen was een vrouwelijke gids een nummer van the Phantom of the Opera aan het zingen. Dat klonk door de akoestiek erg goed.


Bij de lodge kregen we huisje toegedeeld met een woonkamer, twee slaapkamers en een bad met bubbelbad. In de avond kregen we een Afrikaanse braai.




Knysna

Woensdag, 11 oktober, zonnig ,27

Na een frisse nacht reden we verder over de tuinroute. Het was strakblauw en de temperatuur liep snel op. We reden naar Knysna. Onderweg kwamen we door verschillende plaatsjes. Daar wisselende de luxe villa’s en krottenwijken elkaar af. Veel van de villa’s worden maar een paar weken per jaar bewoond door hun eigenaar tijdens de vakantie. In de krottenwijk viel op dat bijna elke bouwval wel een schotel heeft voor TV. Dat kost 980 ZAR per maand zo’n 60 euro.

We passeerden drie diepe kloven. We mochten daar niet stoppen. Op een brug was zelf een boete aangegeven van 2000ZAR ( 130euro) als je over de brug zou lopen. Langs de kant liepen bavianen die van zo’n boete natuurlijk geen last hebben.

We kwamen aan in Knysna. Dit stadje ligt in een baai en dankt zijn welvarendheid aan de bosbouw. Het is de enige enigszins begaanbare toegang tot de oceaan. De inham is wel zo gevaarlijk dat vroeger veel schepen hier vergingen. De verzekeringen weigerden daarna om de schepen te verzekeren.

Vorig jaar juni is de baai getroffen door een grote brand. Hierdoor zijn naast vele hectare bos ook hotels en huizen in de vlammen opgegaan. De verwachting is dat het zeker vijf jaar duurt voordat het een beetje hersteld is. Het was een gezellig stadje waar we geshopt en hebben. Tegen het middaguur gingen aan boord van een rondvaartboot die ons naar de ingang van de baai leidde. We zagen de plaats waar de baai overging in de oceaan. Op de heuvels waren de gevolgen van de brand nog volop te zien. Na de lunch reden we weer terug naar ons hotel. Daar zagen we weer een grote brand maar deze was bewust aangestoken en leek onder controle.


Cape Saint Francis en Tsitsikamma

Dinsdag, 10 oktober, half bewolkt 23


We begonnen de dag met een wandeling langs het strand. Het weer was helemaal opgeklaard. Na het ontbijt reden we naar een opvangtehuis voor pinguïns. Hier werden de dieren die gewond waren geraakt in een periode van 6 tot 8 weken weer opgelapt om daarna weer in de vrije natuur los gelaten te worden. Voor de kust zagen we enkele walvissen zwemmen die zo vriendelijk waren om af en toe een stukje uit het water te komen.

Cape Saint Francis is een echt vakantiedorp waar hoofdzakelijk blanken een tweede huis hebben. Net buiten dit gebied ligt een vrij grote sloppenwijk. Er is pas een nieuwe school gebouwd. In deze school gaan alle kinderen tot 13 jaar naar toe. Ze krijgen daar naast onderwijs twee maaltijden per dag. De klassen zijn groot met zo’n 60 kinderen. In de klassen heerste een stevige discipline. De kinderen werkten rustig door aan hun opdracht tijdens ons bezoek en lieten zich nauwelijks afleiden. Ook toen de schoolbel ging om de eerste maaltijd aan te geven, bleef alles ordelijk. De oudere kinderen moesten in een rij de klas verlaten, de kleinere mochten lekker rennen nadat daar toestemming voor gegeven was. De maaltijd bestond uit bruine bonen. De school is gratis maar de ouders moeten betalen voor het verplichte schooluniform en houden de lokalen school. Dat laatste is noodzakelijk omdat ook hier een groot te kort aan onderwijzers is.

We verlieten het schiereiland om de tuinenroute te volgen. Deze route wordt zo genoemd omdat de wolken die van zee komen leeg lopen voor de bergen die een klein stukje landinwaarts liggen. Hierdoor is altijd alles groen omdat het nagenoeg elke dag regent. We maakten een stop bij Storms River. Dat is een nauwe diepe kloof. Een klein stukje verder reden we het natuurreservaat in. Dit ligt aan de kust. Voor de kust sloegen de golven stuk op grillige rotsformaties. Tegen de steile wanden heeft men een wandelpad aangelegd dat je leidt naar een drietal hangbruggen. Het was een stevige klim maar meer dan de moeite waard. Hier hebben we ook geluncht. Hierna reden we naar ons hotel om een frisse duik te nemen in het zwembad.




Verder naar het zuiden

Maandag, 9 oktober, regen 14

Nog steeds fatsoenlijke WiFi

We werden wakker van de stortregen op ons rieten dak. We hadden nog geluk want veel van de andere huisjes hadden een golfplaten dak waardoor ze er de hele nacht last van hadden gehad. De ellende was helaas nog niet over. Toen we in de stromende regen vertrokken bleek dat onze bus verre van waterdicht was. Aan de rechterachterzijde kwam het water in stromen naar binnen. Even later lekte ook het door de roosters van de airco. Binnen de kortste keren stond de bus gedeeltelijk blank. Om een beetje droog te blijven trokken sommige reizigers zelfs hun regenkleding aan. De airco begon ook enorm te stinken. We maakten een noodstop bij een tankstation waar Marius regelde dat er een nieuwe bus voor ons werd klaar gezet verderop op de route. .Door de airco uit te zetten en de dakluiken open te zetten verminderde de stank. Inmiddels waren zoveel stoelen doorweekt dat alle plekken nu bezet werden. We maakten vaker een tussenstop om de overlast te verminderen. Rond het middaguur kwam een andere bus ons tegemoet rijden. Het was gelukkig gestopt met regenen. Met vereende krachten hebben we de koffers en overige bagage naar deze bus overgeheveld waarna we onze reis weer konden vervolgen met inmiddels de vierde bus. We zijn benieuwd hoe lang deze mee gaat. Met onze nieuwe bus reden door een bergachtig landschap met graslanden en savannastroken. Daar liepen gnoes en kuddu’s op te grazen. Toen we hoger klommen werd het uitzicht weer weggenomen door een dikke mist, die na de top weer verdween. We kwamen uit in Grahamtown. In 1820 stichtte de Britten deze nederzetting die nu uit is gegroeid naar een stad van 70.000 voornamelijk zwarte inwoners. Hier hebben we geluncht. Een bezoek aan het “the observatory museum” kon helaas niet door gaan omdat het wegens omstandigheden was gesloten. We reden verder naar het zuiden. Het weer klaarde op en er waren weer blauwe gedeelte te zien. We reden langs Port Elisabeth. Dat is een grote havenstad. Na deze stad werd het landschap vlakker. De mensen leven eigenlijk van bosbouw maar omdat 15 tot 25 jaar duurt voordat er gekapt kans worden hebben ze als nevenactiviteit koeien en kippen. We reden een landtong op om de zon nog net te zien zakken in de zee. Bij achteruit parkeren van de bus raakte Ismael een paaltje. Daardoor remde hij stevig met als gevolg dat een van de reizigers door zijn stoel zakte.


Wild coast

Zondag, 8 oktober, zwaar bewolkt, 13


We konden uitslapen want pas om 10.00 uur werden we opgehaald met een pick-up om een klein eindje verderop weer af te stappen. We maakten een wandeling door de heuvels langs de kust.

Op een gegeven moment kwamen we bij een bootje uit. Dat bracht ons door een nauwe kloof naar de overkant waar een mooie waterval was. Het heeft de hele winter al veel geregend en daardoor was er veel water. De regen was welkom maar dat de temperatuur zo laag bleef was voor de mensen wennen. Men kent hier maar twee seizoenen. Een droge winter met temperaturen rond 15 en zomer met af een toe een stevige bui en 25. De zomer liet dit jaar nog op zich wachten.


Na het bekijken van de waterval voeren we door een stukje mangrove. Daarna konden we weer wandelen. Iets verderop was de volgende waterval. Daar moesten we op blote voeten doorheen. Het pad dat volgde was erg modderig en glibberig maar het lukte iedereen om zonder te vallen er door heen te komen.

We vervolgden onze weg over heuvels met grasland en mooie bloemen. Opeens konden we de zee en het strand zien. Via een steile afdaling kwamen we op het strand om even later weer terug te komen bij het hotel. Een leuke wandeling van 5 km was voltooid.

Na de lunch werden we met dezelfde pick-up weer opgehaald om een bezoek te brengen aan een van de dorpjes. We werden welkom geheten door een vrouw die ook de medicijnman was van het dorp en een schare kinderen. Uit een pan werd wat eten opgeschept dat we mochten proeven. Het was boerenkool en die smaakte bijna hetzelfde als thuis alleen de rookworst ontbrak. Daarna snee ze het brood dat ze in een tweede pan had gebakken. Dit brood was veel smakelijker dan het brood dat we in Lesotho hadden geproefd.

Een van de dames tilde een grote hoeveelheid hout op om dat op haar hoofd te leggen en daarmee te gaan lopen. De vrouwen zijn verantwoordelijk voor het hout en water.

Carla probeerde de stapel takken ook op haar hoofd te houden maar verder als een hand kwam zij niet. Een andere dame tilde moeiteloos een emmer met 25 liter water op haar hoofd en liep daarmee een rondje terwijl ze enkele danspasjes maakte. Het water komt uit verschillende tappunten maar moet dus wel naar de hutten gedragen worden. Omdat het koud en inmiddels ook guur was door een stevige wind werden we allemaal uitgenodigd om in hun huis te komen. Dat was een grote ronde hut met een deur en een klein raampje. Binnen was het helemaal leeg op wat matten die op de grond lagen na.

Bijna alle gerechten worden met mais gemaakt dat ze zelf verbouwen. Het mais werd gestampt in een holle boomstam. Dat mochten we ook proberen. Het gestampte mais werd daarna in een schaal gedaan. Door deze op een bepaalde manier te schudden werd het in drie soorten voedsel gescheiden. Het hele fijne was bestemd voor de varkens, het iets grovere voor de kippen en de maïskorrels voor de mensen. Op een steen werden die maïskorrels vervolgens weer tot meel vermalen. Ook deze huishoudens worden gerund door de vrouwen omdat de mannen elders werken. De jongens moeten volgens hun traditie besneden worden. Zolang dat niet gebeurd is mogen zij niet met de andere mannen eten maar worden zij als honden verbannen naar de kinderen. De gids gaf wel aan de dat deze traditionele manier van leven aan het verdwijnen is en waarschijnlijk met de volgende generatie verloren is.

Hierna werden er door de groep enkele liederen gezongen sloot men af het het Afrikaanse volkslied Cosi, dat het koor van Carla ook zingt.

We zijn van het dorpje terug gewandeld naar het hotel.