carlabernard.reismee.nl

Christmas Parade in Christchurch

Zondag, 5 december 2010, 25° zonnig

We hebben in het zonnetje ontbeten. Toen de was droog was zijn we naar Christchurch gereden. Dat is een leuke bruisende stad. Door het centrum kronkelt het riviertje de Avon. Aan de oevers van dat riviertje ligt ons hotel voor morgen.

In de stad waren drie activiteiten tegelijk bezig. Rond de Avon was een wielerparkoers uitgezet. Daar werden verschillende rondjes rond de kerk gereden in allerlei categorieën. Dat gaf een gezellige drukte. Het trammetje dat door het centrum loopt moest tijdens de wedstrijden steeds wachten.

Het tramrondje is maar een paar kilometer en die hebben dus maar te voet afgelegd. Midden in het centrum is een groot plein waaraan een kathedraal staat. In deze kerk waren de kerstversieringen al aangebracht. Aan het plafond hingen drie levensgrote engelen. Er was een grote kerstboom waaronder allemaal pakjes lagen.

Even na het middaguur was er een hardloopwedstrijd van 1 mijl. Deze ging over het parkoers waar om 14.00 uur de Christmas Parade zou starten. Er waren in de drie categorieën, jeugd, dames en heren bij elkaar nog geen 30 deelnemers.

vanaf 14.00 trok de Christmas parade aan ons voorbij. Het was druk. Het publiek stond 4, 5 rijen dik. Na de politie en fanfare reden er allerlei paradewagens. Daarop waren sprookjes en films afgebeeld. Hierna volgden veel groepen van de nationaliteiten die in Christchurch wonen. Daarbij waren veel Aziatische landen. Dat hadden we ook op straat al gemerkt. Uiteraard kwam er ook een delegatie uit Nederland voorbij. De wizard, een soort waarspreker, die normaal op het plein voor iedereen een praatje heeft, deed ook mee aan de parade. De parade werd na ruim een uur afgesloten met Santa.

We hebben nog wat door de stad geslenterd. Daarna zijn we terug gegaan naar de camping voor onze laatste nacht in de camper. We hebben de kastjes weer leeggemaakt en onze koffers gepakt. Nog een dag en het deel Nieuw Zeeland zit er op.

Mount Cook

Zaterdag, 4 december 2010, 25° zonnig

Toen we vanmorgen vanuit ons bed naar buiten, was weer helemaal bewolkt. Dat kwam slecht uit omdat we vandaag onze laatste kans wilde benutten om Mount Cook te bekijken. Met zijn 3754 meter is dat de hoogste berg van het land. We reden een uurtje langs een rivier en meren waarin verschillende dammen waren gebouwd. Met de dammen wordt een groot gedeelte van de energie opgewekt. Na het plaatsje Otematata veranderde het landschap. Het werd geheel vlak. Er waren enorme weides. Na Twizel kwamen de bergen weer terug. We reden over de dam van het Lake Pukaki. Het water in dat meer was heel helder blauw, het was haast onnatuurlijk.

Het begon inmiddels op te klaren. In Lake Tekapo hebben we koffie gedronken en een bezoek gebracht aan een klein kapelletje dat aan de rand van het meer staat.

De lucht was nu strakblauw. We zijn daarom teruggereden. Via een weg langs het Hydra Canal kwamen we bij een zalmkwekerij uit. Vanaf daar hadden we een schitterend uitzicht op Mount Cook. We kochten verse zalm. Deze overheerlijke zalm hebben we bij een van de uitkijkpunten verorberd met uiteraard de berg in het vizier. Wat kan het leven toch mooi zijn.

Vanaf Mount Cook zijn we naar Christchurch gereden. Dat was een saai stuk weg. Kilometers lange kaarsrechte wegen met alleen maar gewassen om je heen. Het enige wat nog interessant was, waren de enorme beregeningsinstallaties. Er was er eentje bij die meer dan een kilometer lang was.

We hebben een camping genomen net boven Christchurch aan het strand. Het is hier nu volop zomer. Het blijft een vreemde gewaarwording om de zomerse gedachte te combineren met kerstmis. Je ziet de mensen hier al hun kerstinkopen doen en op de straten komt steeds meer kerstversiering. Ze combineren dat ook nog met sneeuwpoppen.

Dunedin

Vrijdag, 3 december 2010, 22° zonnig

We stonden redelijk vroeg op en reden naar het Otago Penisula. Dat is een schiereiland net onder Dunedin. Het schiereiland is 32 kilometer lang. Op ongeveer de helft ligt een kasteel, Lanarch Castle.

Er is een idiote Schot geweest in de 1871 besloten heeft om hier een kasteel te bouwen zoals hij die uit zijn geboorteland kende. Hij gebruikte materialen van over de hele wereld om zijn droom te verwezenlijken. Na 7 jaar bouwen was het paleis klaar. Hij heeft hier een twintigtal jaar gewoond, waarna hij zelfmoord pleegde. Daarna kwam het kasteel in verval. In 1967 heeft een echtpaar het kasteel gekocht en in oude luister hersteld. In de onderste verdieping was in een schouw een monitor ingebouwd waar het verhaal van het kasteel werd verteld. Op de eerste verdieping waren de zitkamer, eetkamer, naaikamer, muziekkamer en bibliotheek in de stijl van eind 19e eeuw te bewonderen. Op de tweede verdieping waren de slaap- en badkamers van de volwassenen te zien. Ook was er een boudoir ingericht voor de vrouw van Lanarch. Hier waren haar trouwjapon en andere kledingstukken uit de Victoriaanse tijd verzameld. Op de derde verdieping waren de kinder- en babykamer. Via een smalle stenen trap kwam je boven op de toren van het kasteel. Vanaf daar had je een schitterend uitzicht op Dunedin en het schiereiland. Vanaf boven waren ook de mooi aangelegde tuinen rond het kasteel te bewonderen. Het kasteel is nog steeds in particuliere handen en moet zich bedruipen met het geld dat de bezoekers achter laten. In de ballroom worden feesten en partijen georganiseerd. Ook er is een lodge waar je de nacht door kunt brengen. De oude stallen zijn omgebouwd tot grote eetzaal voor de gasten. Binnen mochten helaas geen foto’s gemaakt worden.

Er waren vijf verschillende tuinen rond het kasteel aangelegd. Deze zagen er allemaal erg verzorgd uit. Het rook er heerlijk omdat veel bloemen nu in bloei staan.

Vanaf het kasteel zijn we doorgereden naar de kop van het eiland. Dat ging over een zeer smalle bochtige weg, die zich door de bergen en dalen van het eiland wrong. We kwamen ook enkele fietsers tegen en hadden gewoon medelijden met hen.

Op de kop van het eiland kun je albatrossen en pinguïns bekijken. Helaas heeft de commercie hier toegeslagen en kun jij alleen nog onder begeleiding achter glas de dieren bekijken. We zijn natuurlijk verwend omdat we zowel de albatros als de pinguïn al echt in de vrije natuur hebben gezien. Daarom hebben we besloten hier niet naar binnen te gaan.

Via een andere weg, die geheel langs de kust leidde, kwamen we weer in Dunedin uit. Daar hebben we het centrum bezocht. In de twee grote kerken waren al kerstconcerten bezig of men was daarvoor het aan het oefenen. Het centrum bestaat eigenlijk uit drie winkelstraatjes en een groot plein in de vorm van een achthoek.

We zijn nog even naar het station gelopen. Dat wordt niet meer gebruikt voor het vervoer van passagiers maar is nog wel geheel in stijl. Het zag er van binnen prachtig uit met mooie mozaïeken en glas-in-lood ramen. Vanaf dit station vertrekken alleen nog enkele toeristische treinen in de richting van Queenstown en Palmerston.

We reden verder naar het noorden, maar deden eerst nog even Baldwinstreet aan. Deze weg van 164 meter is de steilste weg ter wereld. In tegenstelling tot de Lombardstreet in San Francisco, die uit allemaal bochten bestaat, loopt deze straat gewoon steil omhoog. Aan de zijkant is een trap gemaakt voor de voetgangers. We zijn naar boven gelopen. Het was inderdaad een hele klim. Het stijgingspercentage bedraagt ruim 29%. Met het naar beneden lopen voelde dat nog beter dan met het klimmen.

De wegen rond Dunedin zijn trouwens allemaal erg steil. Zelfs op de highway kom je heel erg steile klimmen en afdalingen tegen.

Via dit golvende gebied reden we naar Kurow. Dat ligt aan de voet van de alpen ongeveer in het midden van het land. Hier hebben we de camping genomen. We waren daar aan het eind van de middag. Het was inmiddels stralend weer geworden en hebben daar dus nog genoten van de zon.

The Catlins

Donderdag, 2 december 2010, 15° bewolkt

Het was vandaag erg fris. Het was geheel bewolkt en er stond een koude gure wind.

Vanaf de camping reden we eerst naar Bluff. Dat is het zuidelijkste puntje van het Zuid Eiland. Verder van huis kunnen we niet. De afstand naar huis zal nu bijna 19000 kilometer zijn. In Bluff is boven op de berg een uitkijkpunt gemaakt. Vanaf daar hadden we zo ondanks het matige weer toch nog zich op Steward Island. Dat ligt zo’n 25 kilometer zuidelijker.

Op het echte eindpunt is een paal met de afstanden geplaatst.

Vanuit Bluff hebben we de South Scenic Route gevolgd naar Dunedin. Deze route loopt grotendeels langs de zuidelijke kustlijn. We reden door weilanden die wederom hoofdzakelijk gevuld waren met schapen. Bij Curio Bay zijn we eerst naar het er naast gelegen Porpoise Bay gewandeld. Daar zagen we in de baai een drietal dolfijnen zwemmen. Ze kwamen steeds een klein stukje met hun vin en soms een stukje rug boven het water uit. Het is haast niet te geloven. Gewoon op het strand staan kijken en wilde dolfijnen zien. Ook zwom er een zeehond.

Verder waren er indrukwekkende rotspartijen waar de golven wild over heen sloegen. In Curio Bay is een trap naar het strand gemaakt. Op dat strandje komen regelmatig de geel-oog pinguïns op visite. Toen we er waren was er een fotomodel. Een pinguïn stond palmachtig op een rots en draaide rustig alle kanten op. Je mag de beesten hier tot op 10 meter naderen. Deze pinguïn trok zich niets van ons aan en bleef rustig staan. Na een tijdje vond hij het genoeg en verdween in de bosjes.

We reden verder over de Scenic Route. Daarbij reden we door een stuk regenwoud en kwamen volgens bij Nugget Point uit. Daar verlieten we de route en reden een stuk over een onverhard pad naar het Nugget Point. Dat is een boven op een berg gelegen vuurtoren. De camper had behoorlijk was moeite om boven te komen, maar het lukte.

Er was een wandelpad aangelegd naar de vuurtoren. Het pad liep zo’n 40 a 50 meter boven de rotsen. Op de rotsen zaten en lagen zeehonden. Dit gebied wordt de kraamkamer voor de zeehonden genoemd. Dat was ook goed te zien. Er waren al verschillende jongen geboren. Ook hun geluid was duidelijk hoorbaar. Toen we naar boven liepen, kwam het zonnetje even door en viel de wind weg. Daardoor werd de zee een stuk kalmer en konden we ook de zwemmende zeehonden goed bekijken.


Bij de vuurtoren was een uitkijkplateau gemaakt. Vanaf daar kon je prachtig de baai inkijken. Voor de kust lagen enkele rotsblokken. Daarop lagen zeehonden en de golven sloegen er lustig over heen.

Halverwege de klim naar de vuurtoren was nog een toegang naar een ander deel van het strand gemaakt. Dat kun je inlopen totdat je in een huisje uit kwam. Daarin waren uitzichtpunten gemaakt naar het strand. Op de strand liepen enkele pinguïns. Het blijft een mooi gezicht om deze diertjes te bekijken.

Via de kustweg reden we door naar Dunedin. Daar hebben we de camping genomen. Deze camping ligt nagenoeg aan het strand. Na het avondeten hebben we dan ook nog een strandwandeling gemaakt. Doordat de wind is gaan liggen voelt het een stuk minder koud aan.

Milford Sound

Woensdag, 1 december 2010, 20° zonnig

In de lodge hebben we de kamer gedeeld met twee jongens. De volgende ochtend was het strak blauw. We zijn naar de aanlegsteiger gereden. Daar was duidelijk te zien dat Milford Sound veel toeristischer is dan Doubtfull Sound. Er lagen maar liefst 8 boten te wachten om met passagiers het fjord in te varen.

We kregen onze boardingpass en konden aan boord. Daar werd een ontbijt geserveerd. Dat stak wat karig af bij het ontbijt dat we op de cruise hadden gekregen maar het was voldoende. Er was maar een tiental passagiers dat meeging. Na het ontbijt konden we op het zonnedek genieten van Milford Sound. Het heeft een heel ander karakter dan Doubtfull, maar ook dit was mooi. We zagen mooie watervallen en steile rotspartijen.

Op sommige platte rotsen lagen zeeleeuwen te genieten van het zonnetje. De boot kon er erg dicht bij komen, zodat we niet alleen goed konden zien maar ook ruiken.

Hierna voeren we onder een grote waterval door. De kapitein had iedereen gewaarschuwd dat je bij de voorsteven drijfnat zou worden. Dat bleek niet alleen voor het voorste stukje maar door de wind werden we ook op het zonnedek nog behoorlijk nat. Het water viel van ongeveer 120 meter naar beneden en kletterde daarbij onderweg op verschillende uitstekende rotsen.

We voeren door in de richting van de Tasmanzee. Vlak daarvoor liet de kapitein het schip een rondje maken en voeren we recht op de kust af. Daar waren enkele yellow-eyed pinguïns aan de waterkant aan het spelen. Een schitterend schouwspel. Als ze zich voortbewegen springen ze met twee voeten naar voren. Dat was echt genieten.

Hierna voeren we naar de enige nog aanwezige gletsjer in het gebied. Omdat deze maar 2100 meter hoog is verliest hij elk jaar meer sneeuw en zal over enige tijd dan ook geen gletsjer meer zijn.

Na ruim twee uur waren we weer terug bij het beginpunt. Vanaf daar zijn we terug gereden naar Te Anau. Dat gebeurde uiteraard via de zelfde weg als de heenweg, want er leidt maar een weg dit mooie gebied in. In Te Anau hebben we geluncht. Daarna zijn we verder naar het zuiden gereden naar Invercargill. Voor het eerst zijn er vlakke wegen die door weilanden voeren. Het is echt een veeteelt gebied met schapen, koeien en reeën.

In Invercargill hebben we de camping genomen. Het was te merken dat we nu een stuk zuidelijker zijn. Het is hier frisser. Het kwik haalt de 20° nog maar net. Op de camping was het erg rustig. We waren samen met een ander stel de enige gasten.

De campinghoudster hield als hobby schapen. We mochten helpen met het voeden van de lammetjes. Deze waren in september geboren en werden nog een beetje met de fles bijgevoerd. In no time hadden de beestjes de flessen leeg. In oktober was het zuiden van Nieuw Zeeland nog getroffen door een zware storm met veel sneeuw. Hierdoor hadden veel pasgeboren lammetjes het niet gered. Het gevolg was dat de prijs voor een lam nu skyhigh was, ruim 140 NZD, zo’n €84. Dat was bijna twee keer zoveel als gebruikelijk.

Nadat de zon was ondergaan koelde het hard af.

Doubtfull Sound

Zondag, 28 november 2010, 27° begin mistig, daarna zonnig

Toen we opstonden was er weer een kleine wereld om ons heen. Na een uurtje te hebben gereden kwam de zon er al door heen. Dat was in een bergachtig gedeelte waar ook de opname van de Lord of de Rings zijn geweest. We konden nu goed zien hoe de mistflarden die in de film zitten niet door computers zijn toegevoegd maar puur natuur zijn. We passeerden de Haast pas, een van drie passen van west naar oost.

We volgden een lange tijd de kronkelingen van een rivier om tenslotte bij twee grote meren uit te komen. Het eerste meer was volkomen vlak. Daardoor spiegelde het achtergelegen gebergte schitterend in het meer.

Bij het tweede meer stond meer wind maar zorgde de zon voor een prachtige schittering over het water.

In Wanaka hebben we aan het gelijknamige meer koffie gedronken. Het was een prachtige zondag en dat was te merken. Overal zaten mensen op de terrassen en aan het water. Ook was er een hardloopwedstrijd bezig . Deze ging gewoond door het overige verkeer heen zonder dat er iets voor geregeld was.

Van Wanaka reden we naar Queenstown. Queenstown is een gezellig dorp dat Zwitsers aan doet. Er is een winkelstraat die uitmondt bij de haven. Vanuit de haven vertrekken allerlei pleziertochten over het meer. Zo vertrekken hier rondvaartboten, parasailing achter een boot en power jets. Net buiten Queenstown is een event center. Daar kun je van alles bespreken. Van bungeejumping tot heli biking. Het is echt een vakantiedorp. Er zijn meer vakantiewoningen, appartementen en hotels dan gewone woningen, maar het is knus en doet erg gemoedelijk en gezellig aan.

Aan de haven is een mooie garden aangelegd. Deze Queenstown and roses garden ligt op een heuvel net iets boven de stad. Hierdoor heb je een mooi uitzicht op het haventje. In de garden zijn naast mooi aangelegde bloemperken, rozenstruiken en bomen ook een tennis en bowlingbaan. Op de bowling baan waren wedstrijden bezig. Alle deelnemers waren in spierwitte kleding en al behoorlijk op leeftijd.

Over de hele garden was een Disc Golf uitgezet. Er waren 18 holes. De put bestond uit een soort vogelkooi met kettingen. Het is de bedoeling om vanaf een startplaats je frisbee in zo weinig mogelijk worpen tegen de kettingen te gooien.

Van Queenstown reden we verder naar het zuiden in de richting van Te Anau. We volgden eerst de oevers van het Lake Wakatipu. Daarna veranderde het landschap weer en kregen we golvende heuvels met ontelbare kuddes schapen. Soms waren er stukken waar de mens nog niet aan de natuur had gezeten.

Op andere plaatsen waren er grote farms met herten en reeën. We kwamen tegen het eind van de middag aan in Te Anau. De camping lag aan het meer. We hebben nog even een frisse duik genomen. Dat koelde lekker af want het was erg warm vandaag. Het strand bij het meer bestaat uit stevige keien, dat liep dus niet zo lekker als je het meer in wilde.

Op de camping kwamen we Wilma en Albert tegen.

Wilma is een collega van Carla. We hadden via de mail contact met elkaar gezocht en zo wisten we waar we elkaar konden treffen. Zij maken samen met Eef en Bep een rondreis van 8 weken door Nieuw Zeeland. Je ziet er is altijd baas boven baas . We hebben een gezellige avond met elkaar doorgebracht en ervaringen uitgewisseld. Terwijl we zaten te kletsen kwam er een camper aanrijden. Deze was kennelijk aan het zoeken. Toen de bestuurster de bocht om ging, nam zij deze te krap waardoor ze eerst over een grote steen heenreed en daarna met de zijkant tegen de rechtervoorkant van een daar geparkeerde camper aan reed. Daarna reed ze rustig verder als of er niets gebeurd was. Er meteen achter aan gesprint en haar tot stoppen gedwongen. Zij gaf aan dat zij niets gemerkt had. Haar toilet was vol en die stonk en daarom was in het aardedonker op zoek naar het dump station. De bewoners van de camper waren ruw uit hun slaap geschuwd en stonden inmiddels buiten. Daar werden de zaak verder afgehandeld.

Maandag, 29 november 2010, 22°, regen

We hadden van Albert en Wilma gehoord dat de overnight cruise in de Doubtfull Sound op de camping aanmerkelijk goedkoper geboekt kon worden. Toen wij daarnaar informeerde bleek er inderdaad een actie te zijn, maar die gold alleen nog in november. Daarom hebben we het programma omgegooid en gaan we eerst naar Doubtfull Sound en daarna pas naar Milford Sound. De gemaakte boeking voor Milford Sound werd telefonisch gewijzigd.

We reden naar Manapouri, een gehucht 20 kilometer ten zuidwesten van Te Anau. Daar zouden we aan boord gaan. We waren wat vroeg en dronken daarna eerst nog een bak long black in het plaatselijk café. Daar raakten we aan de praat met een man die 52 jaar geleden vanuit Nederland naar Nieuw Zeeland was geëmigreerd. Hij had hier een eigen betonfabriek gehad maar was inmiddels gestopt. Hij was hier zijn vrouw tegen gekomen en had een nieuw bestaan opgebouwd, met vijf kinderen en inmiddels klein en achterkleinkinderen. Zijn broer was nu voor een paar weken over uit Nederland en die liet hij nu het Zuid Eiland zien.

Om 12.00 uur gingen we samen met nog 60 passagiers aan boord. Met de eerste boot voeren we in ongeveer een uur naar West Arm. Hierbij staken we het Lake Manapouri over, dat is het vijfde grootste meer van het land. Maar wel het diepste van allemaal. Op sommige plaatsen is met meer dan 400 meter diep.

In West Arm moesten we van de boot en werden we verder vervoerd met bussen. Op West Arm is een waterkrachtcentrale gebouwd. Om te die te bouwen werd er een weg aangelegd van 22 kilometer naar de andere kant van deze landtong. Die weg was nodig omdat alleen via de steiger die daar lag bouwmaterialen aangevoerd konden worden. De weg loopt echter dwars door een koud regenwoud heen. Het gaf zoveel problemen dat de weg, die niet meer dan een zandpad is nu de duurste van het hele land is. Nadat de bouw klaar was, werd de weg door de organisaties overgenomen die de excursies naar Doubtfull Sounds mogelijk maken. De weg kronkelt zich omhoog naar een top van 1400 meter om daarna weer naar zeeniveau af te dalen. Overal om ons heen waren al watervallen te zien. De blauwe lucht van Manapouri was inmiddels vervangen door een dik grijs wolkendek waaruit al een paar spatjes regen vielen.

Na een klein half uur kwamen we bij de aanlegsteiger aan. Daar lag de Navigator op ons te wachten. Een grote driemaster die ons de komende 24 uur door de Sounds zou varen.

We konden aan boord en werden verwelkomd in een grote salon. Daar waren zitjes gemaakt. Aan alle tafels is een opstaand randje om te voorkomen dat de spullen er bij enige deining van af glijden. We waren goed en wel aan boord toen we al vertrokken. Iedereen werd naar de slaapplaatsen gewezen. We hadden een coach besproken. Dat betekent dat je met vier man in een kleine hut ligt met twee keer een stapelbed. Omdat de boot niet vol zat, bleef er in onze hut een bed onbeslapen.

Daarna werd iedereen weer in de grote salon verwacht. Daar stond voor iedereen koffie en thee met muffins klaar. Koffie en thee konden we de gehele reis zelf pakken.

Buiten was het frisser geworden, maar het uitzicht was overweldigend. We voeren eerst in de richting van de Tasmanzee. Iedereen mocht overal lopen en kijken. We hebben geruime tijd in de stuurhut doorgebracht. Daar was het uitzicht prima en stond je uit de wind. Onderweg zagen we naast veel vogels ook een paar pinguïns voorbij schieten. Helaas waren ze voor de camera in het open water te snel.

Bij de Tasmanzee gingen we op bezoek bij een kolonie zeeleeuwen. Deze lagen rustig op de rotsen te slapen.

Het weer werd inmiddels steeds slechter. We voeren een stukje over de oceaan en toen ging het schip duidelijk meer te keer. Daarna gingen we terug de Sounds in. In de grote salon werd een heerlijk soep geserveerd. Je kon kiezen uit champignonsoep of pumpking soup. Hierbij was een warm broodje. Na dit tussendoortje kon je kiezen of je op een platte boot vlak langs de kust werd gevaren of dat je dit op eigen kracht in een kajak deed. We kozen dapper voor de kajak. Het was opgehouden met zachtjes te regenen en het regende stevig door. We kregen een life vest om en werden daarna een voor een in de kajak geholpen. Er gingen twee gidsen mee, die iedereen in de gaten hielden. Dat was ook wel nodig. Na nog geen vijf minuten sloeg er een jongen om. Hij hield zich krampachtig aan zijn kajak vast. Hij kon namelijk niet zwemmen. Mt behulp van een gids en een van de platte boten werd hij weer in zijn kajak geholpen en kon hij zijn reis vervolgen. We kajakten vanaf de boot naar de kustlijn om deze enige tijd te volgen. Hierbij kwamen we bij mooie inhammen met watervallen uit. De hemel was trouwens inmiddels een grote waterval want het stortregende. Het maakte dus niet uit af de nat werd van het peddelen of van de regen, nat werd je toch.

Na drie kwartier meerden we weer aan bij de boot en konden we uit de kajak stappen.

Met een warme douche en droge kleren was het leed al snel geleden en overheerste het gevoel van “Yes we dit it. “

Nadat iedereen weer was opgedroogd werd het diner opgediend. Dat bestond uit een buffet. Er was meer dan voldoende keuze. Er was beef, lam, zalm, kippenpootjes, verschillende soorten aardappelen, rijst, groenten en saladen. We zaten aan tafel met een Frans echtpaar. Ze waren een paar jaar ouder. Omdat de Fransen goed Engels spraken, kon er een gezellige tafelconversatie gehouden worden. Dat ging uiteraard over vakanties, maar ook over sport en de verschillen van de beide landen. Zij woonden in Parijs maar hadden ook een huisje op zo’n 150 kilometer. Daar kwamen zij meer tot rust dan in de grote metropool.

Als dessert waren er warme vruchten met vanillesaus, cheesecake, chocoladetaart, vruchten met slachtroom, gebak, kaas en noten.

Dit alles was aan boord klaar gemaakt, een waar huzarenstukje. De crew maakte toch de indruk een goed ingewerkte machine te zijn. De crew bestaat uit 12 man, die steeds zeven dagen achtereen een cruise verzorgt, daarna zijn ze 7 dagen vrij.

Na het diner konden we uitbuiken bij een presentatie over het gebied. Deze werd gehouden door onze hoofdgids. Deze man was bioloog van beroep en was duidelijk trots op zijn vak en het gebied waarin hij mocht werken. De arbeidsvreugde spoot er vanaf. Hij had een draadloze microfoon en overal waar hij liep en iets zag dat het vermelden waard was, was dat via de intercom in het hele schip te verstaan. Tijdens de presentatie ging de bioloog in op de ontwikkeling van de dieren en planten in Nieuw Zeeland. Ook hij gaf aan dat er eerst alleen vogels waren. Daarna heeft de mens verschillende dieren geïmporteerd. Daarmee is eigenlijk in gang gezet dat het huidige ecologische systeem zal verdwijnen. Verschillende vogels weten zich namelijk niet te weren tegen nieuwkomers als de possom en de verwilderde kat. Hierdoor zullen deze soorten uitsterven. Ook de konijnen vormen inmiddels een plaag. Een oplossing voor dit probleem is er niet, wel zijn er verschillende programma’s waarbij kwetsbare vogelsoorten zoals bijvoorbeeld de kiwi extra aandacht krijgen.

Hierna zijn we onze kooi in gekropen.

Dinsdag, 30 november 2010, 24°, zonnig

Om 6.15 werden we wakker geschud doordat de motoren van het schip werden gestart. De regen was weggetrokken en er kwam steeds meer blauwe lucht. In de grote salon kon een goed ontbijt worden genoten. Dat werd ontbroken omdat er dolfijnen waren gezien. Vlak naast het schip zwommen vier bottlenose dolfijnen. Het is hier niet toegestaan om met de dolfijnen mee te varen, dus raakten ze helaas weer snel uit het zicht. In de avond waren we naar een inham gevaren. Dat was anders dan gepland. De stevige wind had het noodzakelijk gemaakt om een rustige plek voor de nacht te zoeken.

We voeren nu weer terug naar de hoofdader om vanaf daar de Hall Arm in te varen. Dat was een sprookjeswereld. Overal waren de toppen nog verscholen in flarden wolken en daarheen kwamen de eerste zonnestralen.

Vanaf de rotsen kletterde het water dat de afgelopen nacht was gevallen naar beneden. In deze watergordijnen ontstonden steeds weer kleine regenbogen. Een waterval was ruim 800 meter hoog, een fascinerend gezicht. We konden hem niet helemaal bekijken omdat een stukje nog door wolken werd bedekt. Bij een berg voeren we met de punt van de boot bijna tegen een overhangende rots aan. Daar konden we pas goed zien hoeveel water er naar beneden viel.

Ook in dit gebied wordt de gevallen regen in meters gemeten. Dat is ook goed te zien. De rotsen zijn geheel bekleed met mos. Er zijn in Doubtfull Sound maar dan 300 verschillende soorten mos in allerlei kleuren. De Hall Arm loop dood. Op het eind werden alle motoren gestopt en werd iedereen gevraagd stil te zijn. Het enige wat toen nog te horen was, waren de vogels de er lustig op los floten en het kletterende water van de rotsen. Wat is rust toch mooi.

Hierna voeren we terug naar de aanlegsteiger waar de bussen weer op ons stonden te wachten. De weg over de landtong was nu veel mooier omdat de bergen niet meer in de wolken waren verstopt. We zaten voorin. De buschauffeur stopte even voor mij om een foto te maken van een waterval. Dit punt was hem aangewezen door een fotograaf van National Geografic. Na de bus volgde weer het stuk over het meer. Daarna moesten we afscheid nemen van Doubtfull Sound, een onvergelijkbaar mooi stukje aarde.

De camper stond nog keurig op de plaats waar we hem hadden achtergelaten. Via Te Anau reden we naar Milford Sound. Naar dit vertrekpunt voor excursies leidt maar een weg van 120 kilometer. Onderweg kwamen we kabbelende beekjes, wilde waterstromen en velden vol met bloeiende lupinen tegen. Bij Miror Lake zijn we gestopt. Daar is een meertje dat heel erg helder is en waarin de achtergelegen rotsen prachtig spiegelen.

Via een pas met een tunnel van ruim een kilometer kwamen we in Milford Sound aan. Daar zijn we eerst naar het visitorcentre gelopen. Na enig zoeken vond men onze reservering en we kunnen morgen aan boord.

Bij de camping ging het iets minder voorspoedig. Daar was de reservering niet doorgekomen en er waren geen plaatsen meer vrij. Milford Sound ligt in een nationaal park en daar meg niet vrij gekampeerd worden. Ruim 40 kilometer terug was wel een camping, maar die heeft geen faciliteiten. De camping was tevens een lodge. Daar was wel plaats. We slapen vannacht dus weer in een gewoon bed.

In de lodge hebben we gebruikt gemaakt van de keuken om onze maaltijd te bereiden. De keuken was overvol omdat er een Japanse familie met een man of tien ook bezig was hun eten klaar te maken. Maar dat gaf natuurlijk ook wel weer een aparte sfeer.

heli hiking in Franz Josef Glasier

Zaterdag, 27 november 2010, 25° begin mistig, daarna zonnig

We stonden bijtijds op en het weer was pet. Het miezelde en het was behoorlijk mistig. We hadden er een zwaar hoofd in omdat we in de middag zouden gaan vliegen.

We reden verder richting het zuiden. We kwamen een nieuwe variant van de one lane bridge tegen. Nu werd de rijbaan niet alleen gedeeld met je tegenliggers, maar kon er ook een trein over rijden. Het was een vreemd gezicht om midden op je rijbaan een spoorlijn te zien terwijl jezelf over een brug heen rijdt en dus geen kant op kunt als er inderdaad een trein komt. Er is kennelijk niet veel trein verkeer hier. Nagenoeg alle overgangen zijn onbewaakt.

In Hokitika wordt heel veel jade gevonden en bewerkt. Er waren verschillende ateliers waar jade sieraden werden gemaakt. In het dorp stond men uiteraard stil bij het overlijden van 35 mijnwerkers hier in de buurt. In een winkel hing een paginagrote advertentie waarin alle omgekomen mannen werden vernoemd. Veel kwamen uit Greymouth, het plaatsje waar we de nacht hebben doorgebracht. Carla heeft een mooie halsketting als aandenken gekocht.

In de winkel vertelde de winkelier ons dat het weer echt nog op zou klaren. Over een uur of twee zou de zon wel weer doorkomen.

We reden verder en warempel om het moment dat we Franz Josef Glasier binnen reden klaarde het helemaal op en was er een strak blauwe lucht.

We waren veel te vroeg in het dorpje. Toen we bij de heli maatschappij gingen vragen welke kleding we tijdens de hiking moesten dragen, vertelden ze dat het een mooie warme dag was en dat twee lagen bovenkleding voldoende zou zijn, We konden wel gewoon in korte broek komen. Meteen daarop vroeg ze of we soms al eerder wilde vliegen. We konden nog mee met de hiking van 12.00 uur. Dat aanbod hebben we uiteraard aangenomen. Na nog een bak koffie te hebben gedronken hebben we ons omgekleed. Daarna konden we inchecken. Na de betaling werden we eerst gewogen. Dat is nodig voor de plaatsbepaling binnen de helikopter. Daarna kregen we een blaadje dat we door moesten lezen.

Na even gewacht te hebben mochten we mee lopen. Na een wandeling van 5 minuten kwamen we op het heli-terrein uit. Daar kregen we eerst stevige schoenen aangemeten. Men had liever niet dat je je eigen bergschoenen gebruikt. Bij de schoenen werden ook een paar stijgijzers geleverd. Verder was er voor iedereen een overjas. Na een security praatje werd nogmaals aangegeven dat het boven warm was en dat de echt warme kleding beneden mocht blijven. We waren met 10 personen die in twee heli’s naar de gletsjers werden vervoerd.

We gingen met de tweede mee om hoog. We maakten eerst een rondvlucht over de Frans Josef Glasier. Toen we daar over heen vlogen konden we de Fox Glasier en Mount Cook zien liggen. Mount Cook zat helaas nog in de wolken. Na een vlucht van ongeveer 10 minuten landde de heli midden op de gletsjer. Daar stond een gids ons op te wachten. Hij begeleidde ons naar een veilige plek waarna de heli weer vertrok. We kregen eerst uitleg hoe de ijzers onder de schoenen vastgemaakt moesten worden. Door de ijzers krijg je veel meer grip om het ijs waarop te loopt. De gletsjer bestaat namelijk hoofdzakelijk uit hard gevroren ijs. Op de plek waar wij liepen was de laag ongeveer 150 meter dik. Door de druk die de ijslaag uitoefent, blijft het onderste gedeelte vloeibaar. Daardoor verschuift de gletsjer elke dag ongeveer 18 meter. De bovenste laag wordt enigszins door de zon gesmolten. Daardoor ontstaan er overal kleine beekjes. Nadat iedereen zijn of haar ijzers had ondergedaan gingen we op pad. De gids zette de route uit. Hij gaf aan dat er voor elke hiking een nieuwe route wordt gezocht omdat de omgeving constant in beweging is. Dat werd al snel duidelijk. Midden op de gletsjer is een Black Rock. Daarop zit nog behoorlijk was ijs, maar zou af en toe vallen daar toch hele grote ijsplaten met een donderend geweld naar beneden.

We kregen eerst een korte instructie hoe je met de ijzers moet lopen. De punten gaan namelijk door je gewicht een behoorlijk eind het ijs in en zijwaarts bewegen is dus niet mogelijk. Je kunt alleen gaan in de richting gaan waarheen je schoenen wijzen. We begonnen te wandelen in een zeer fraaie wereld. Je ziet alleen maar ijs en smeltwater om je heen. Het ijs heeft op veel plaatsen een blauwachtige gloed. Toen we eenmaal in beweging waren, was het inderdaad niet koud. We leerde de Franz Josef Shuffle. Dat is een manier om steile stukken veilig te kunnen belopen. Je zet de ene voet dwars en plaatst je andere been achterlangs naast het eerste been. Deze kruis je dan weer voorlangs en zou ga je omhoog of omlaag. We liepen over richeltjes en door ijskloven.

Op een gegeven moment kwamen we bij een gat in het ijs uit. Daar kropen we door heen. Je hebt nauwelijks houvast op de gladde ondergrond maar het lukte toch om er door te klauteren.

Een eind verderop zagen we een behoorlijk diep gat. De gids liet een touw zakken. Met een ijsspijker maakte hij het touw vast. Dat is een dikke bout , die een centimeter of 20 in het ijs wordt gedraaid. Via het touw konden we naar beneden klimmen. Daar kwamen we in een kleine tunnel uit. Een schitterende ervaring.

Na nog een stuk over het ijs gelopen te hebben, kwamen we bij een volgend gat uit. Daar kon je op je kont zittend door heen glijden. Ook hier werd eerst een touw bevestigd, waaraan je je vast kon houden. Daarna kon je de glijbaan af gaan, hetgeen je uiteraard wel een natte kont opleverde.

Na een wandeling van bijna twee uur kwamen we weer terug op de plaats waar de heli ons op pikte. Een onvergetelijke ervaring rijker. Heli-Hiking op gletsjers kon maar op drie plaatsen in de wereld. Naast Franz Josef Glasier kan in het naburige Fox Glasier en in Patagonia in Argentinië.

We hebben de tocht voorgezet richting Queenstown. Het gebied waar we door reden was verlaten. De weinige bewoners wonen kilometers van elkaar.

We hebben maar een paar dorpjes gezien. Voorzieningen zijn hier nauwelijks. Op een van de borden stond : “Next petrol station, 88 km”. We hebben in Haast een camping gezocht.

Cape Foulwind en Pancakes Rocks

Vrijdag, 26 november 2010, 24°, zonnig

Onder een strakblauwe hemel vetrokken we uit Marahau. We hebben zelf eerst al lekker buiten kunnen ontbijten. We reden eerst door een landschap waarin wijnvelden en weiden vol met schapen elkaar afwisselden. Het was hier erg rustig. Soms kwam je meer dan een kwartier geen ander verkeer tegen. Huizen stonden er alleen in kleine dorpjes. Onderweg kwamen we wel de schoolbus tegen. Deze pikte de kinderen die stonden te wachten op om in het volgende dorp naar school gebracht te worden. Na het oversteken van een bergketen kwamen we in een gebied terecht dat erg op Oostenrijk leek. Mooie alpenweiden met aan de horizon besneeuwde bergtoppen. Alleen de aanwezige koeien hadden geen bel om.

De heuvels waren begroeid met naald- en loofbomen. De tropische planten waren hier verdwenen. De weg volgde precies de loop van een rivier en was dus erg bochtig, maar wel met prachtige uitzichten.

In een dorpje hebben we getankt en koffie gedronken. Het was er heerlijk zomers. Na de volgende bergketen kwamen we in een vlakker gebied uit. Hier stond ook beduidend meer wind. Dat klopt ook wel. De plek waar we naar toe reden heet Cape Foulwind. Daar was een zeehondenkolonie te bewonderen. Er lagen inderdaad zeehonden op te rotsen, maar misschien zijn we al te veel verwend, in Kaikoura waren er veel meer. Hier zagen we wel de eerste jonge.

zover zijn we van huis.

Op Cape Foulwind zagen we ook heel aparte bewolking.

Na afscheid genomen te hebben van de zeehondjes kwam er vanaf zee een dikke mist op zetten. Deze mist bleef in de bomen hangen maar nam wel de zon weg. We hadden toch al geluk. Dit gebied staat bekend als het natste van het land. In een jaar valt hier 6 meter regen.

Na een volgende pas reden we weer pal langs de kust en deed de zon moeite om er door heen te komen. Dat gaf schitterende wolkenpartijen, die samen met het uitzicht voor fraaie plaatjes zorgden. We reden naar het plaatsje Punakaiki. Daar zijn de Pancakes rocks en blowholes. Pancakes rocks zijn rotsformaties die uit zee omhoog rijzen. De rotsen lijken te zijn opgebouwd uit allemaal laagjes en hebben daarmee iets weg van een bord met pannenkoeken. Er is een mooi pad aangelegd dat je veilig langs de kust leidt en toch heel dicht bij de rotsen. De tweede attractie, de blowholes, waren helaas niet actief. In de pancakes rocks zijn gaten ontstaan. Bij een onstuimige zee wordt het zeewater door de gaten meters omhoog geblazen. We hadden echter een erg kalme zee en konden dus het natuurgeweld van de blowholes niet aanschouwen. In een cafeetje hebben we zeer toepasselijk pancakes met slagroom en warme kersen gegeten.

mooi, maar nog niet heftig genoeg

Hierna zijn we doorgereden naar Greymouth.

Na het doen van boodschappen hebben we een camping opgezocht voor de nacht. Daar was een heerlijke hot water pool waar we een tijdje hebben liggen dobberen. Morgen gaan we naar de gletsjers. We hebben voor de middag een heli hiking besproken. We worden met de helikopter naar boven gebracht om daar onder deskundige leiding een hiking van twee uur over de Frans Josef Glasier te maken.