Abel Tasman
Donderdag, 25 november 2010, 23°, zonnig
Om 8.45 hebben we ons gemeld bij het afhaalpunt voor de watertaxi. Daar stonden al enkele boten klaar. Deze boten stonden op trailers achter tractoren. Aan boord moesten we een life vest aantrekken. Na een korte security uitleg, konden we vertrekken. We reden het campingterrein en om even later het strand op te rijden.
Daarna reed de tractor door tot aan de vloedlijn. Het was nu nog laag water en dat betekent hier een strand dat ongeveer 150 meter breed is. Bij vloed komt er ruim een meter water bij en staat het hele strand blank. Bij de vloedlijn werd de boot van de trailer gelaten en konden we varen. We voeren eerst naar een Split Apple Rock, die een eindje voor de kust ligt.
Deze rots symboliseert het Abel Tasman National Park. Dat is pas sinds 1994 een nationaal park, precies drie honderd jaar na de ontdekking door Abel Tasman. Na het bekijken van de rock werd er flink gas gegeven.
De taxi verzorgt namelijk een sneldienst. We vlogen over het water. Op een gegeven moment ging het gas er af en voeren we heel rustig naar twee eilandjes toe. Op het eerste eiland zaten allemaal vogels. Op tweede zaten twee zeerobben.
We werden na een uurtje varen afgezet in de Bark Bay. Dat is een natuurlijke inham, waar de boten makkelijk tot bijna aan het strand kunnen varen. Je moet een stukje door het water lopen om aan wal te komen. Er staan nog hier een paar huizen. Deze huizen stonden er al voordat het hele gebied tot nationaal park verklaard werd. Deze huizen mogen bewoond blijven, maar er mag niets meer bij gebouwd worden.
Nadat we de wandelschoenen weer hadden aangetrokken zijn we op pad gegaan. Langs de kust dwars door het tropische woud is een pad aangelegd dat terug voert naar Marahau.
Je wordt steeds weer verrast door de schitterende uitzichten op azuurblauwe baaien met parelwitte stranden. Op een van de strandjes hebben we dan ook een rustpauze genomen.
Het pas kronkelde steeds langs de kustlijn op en neer. Er waren verschillende bruggen gebouwd. Er was een lange hangbrug, die behoorlijk wiebelde.
Van Bark Bay zijn we naar Torrent Bay gelopen. Daar moesten we de weg boven langs naar Anchorage nemen omdat het hoog water was. De pad over strand was ruim 4 kilometer korter, maar we konden alleen de palen maar zien die de route aangaf. De rest was onder water. In ruim 6 uur zijn we terug gewandeld naar de camping. Onderweg was er een waar concert van vogels. Dat was ook het enige geluid dat je hoorde naast af en toe een waterval. Heerlijk wat een rust.
In het park zijn overal vangkooitjes geplaatst. Op die manier probeert men invloed te krijgen op de broedwijze van de vogels. In verschillende kooitjes zag je dan ook een ei liggen .
Terug op de camping hebben we de vermoeidheid van ons afgespoeld. Daarna moesten we wel weer insmeren. Je hebt hier last van de sandfly. Een klein zwart beestje, dat je prikt en daarna dagenlang voor jeuk garant staat. Goed insmeren met deet voorkomt dat.
Kaikoura Abel Tasman NP
Woensdag, 24 november 2010, 21°, zonnig
Het wordt haast een gewoonte maar de wekker liep weer om 6.00 uur af. Na een snel ontbijt waren we om 6.45 bij de Whales Watchers. We konden inchecken en kregen eerst een informatie en instructiefilm te zien. Daarna werden we met een bus naar een 10 minuten verderop gelegen haven gebracht. Daar lagen de boten.
Deze waren lux uitgevoerd en pas een jaar oud. Iedereen moest in de cabine gaan zitten en daarna gingen we in een hoog tempo de open zee op. De zee was redelijk kalm, er stond wel een stevige koude wind. We gingen op zoek naar de Sperm Whales. Deze waren de laatste dagen hier gesignaleerd, alleen gisteren waren ze opeens weg. Aan de hand van een animatie kregen we te zien waarop de walvissen hier zo dicht bij de kust komen. Op nog geen 500 meter van de kust ligt een canyon die op sommige plaatsen meer dan 1 kilometer diep is. De walvissen vinden daarin veel voedsel omdat er hoofdzakelijk vis en plankton op het menu staan. En dat verblijft nu juist in grote getalen in de kloof. Onderweg naar mogelijke locaties zagen we al enkele kleine dolfijnen, zeehonden en albatrossen.
Bij de eerste stop mochten we naar het buitendek. Vanaf daar hadden we een prachtig uitzicht op de bergen die net achter Kaikoura liggen. Met een hydrofoon luisterde de bemanning of er ergens walvissen in de buurt waren. Zij maken onder water altijd behoorlijk herrie.
Maar helaas, geen walvis te bekennen. Ook bij de drie daarop volgende stops veranderde dat beeld helaas niet. De jacht naar de walvissen was mislukt. Na goed Nieuw Zeelands gebruik krijg je dan wel het grootste gedeelte van je geld terug. We gaan kijken of we het reisprogramma nog wat aan kunnen passen zodat we op het eind nog een poging kunnen wagen. Je ziet, je kunt alles plannen maar de natuur heb je niet in de hand.
We reden terug naar Picton. Daar namen we de Queen Charlotte Drive. Dat is een 29 kilometer lange kustweg van de Picton naar Havelock loopt. Onderweg heb je steeds adembenemende uitzicht op de Malborough Sounds, die we ook al konden bewonderen toen we de veerboot van het Noord Eiland namen.
Van Havelock ging het via een stevige bergpas naar Newton. Vanaf daar reden we naar het Abel Tasman National Park. Daar hebben we de camping genomen voor twee nachten. Morgen gaan we in het park wandelen.
In de middag hebben we nog lekker genoten van het zonnetje en zo kwam aan een eind aan de dag die zo teleurstellend begon, maar het luieren maakte veel weer goed. Aan het eind van de dag hebben we nog een mooie strandwandeling gemaakt.
Tongariro, Wellington, Kaikoura
Zondag, 21 november 2010, regen , 16°
We hadden tot 07.00 uur tijd om te besluiten of we nog zouden bellen om ons aan te melden voor de Tangariro Crossing. Om 6.30 waren we wakker en de regen kwam met bakken uit de hemel. Daarmee viel de geplande wandeling letterlijk in het water. De Crossing is een hiking over drie vulkaantoppen heen. Deze wandeling duurt ongeveer 7 a 8 uur, maar je hebt eigenlijk wel droog weer nodig om hem veilig te doen. Met het hondenweer van vandaag had dat dus geen zin. Helaas maar het is niet anders. Het heeft tot 12.00 uur aan een stuk door gegoten. We hebben lekker geluierd. Dat was op zich ook wel een keer lekker. Toen het droog werd zijn we het dorpje even ingelopen om boodschappen te doen. In de supermarkten kun je nagenoeg dezelfde producten als in Nederland kopen. Ook de groenten en vlees zijn hetzelfde. Vandaag staan er aardappels, bonen en een worstje op het menu. Gewoon Hollandse kost dus.
Daarna hebben we nog een wandeling van twee uur in het dal gemaakt. Ook daarbij hadden we de plu nodig om droog te blijven. Gelukkig wordt er voor de komende dagen beter weer voorspeld.
Maandag, 22 november 2010, 23°, licht bewolkt
Na de derde sleutelboer hadden we eindelijk weer een sleutel voor het gas, elektra en water. De sleutelboer in het dorp was net verhuisd en had de sleutelmachine nog niet uitgepakt. In het volgende dorpje, 25 kilometer verderop was er geen blanco sleutel. Zij verwees ons in eerste instantie weer terug naar Ohakune. Toen we aangaven dat we daar vandaan kwamen kwam de sleutelboer uit Wakaganui uit het telefoonboek, ruim 80 kilometer verder. Daar werd een passende sleutel gemaakt.
Daarna zijn we doorgereden naar Wellington. Het eerste stuk van de reis ging nog over bochtige bergwegen. Op een gegeven moment werden we gemaand om rustig te rijden. Even verderop was men bezig om een kudde schapen van de ene wei naar een wei te drijven die een paar kilometer verderop lag. Met honden en een tractor werden de schapen voor zich uitgedreven. We reden op de eerste rij mee. Een mooi gezicht. De boer op de tractor maande dat we hem voor bij moesten rijden waarna we de camper als extra drijver konden gebruiken. De schapen vonden het prima en renden voor ons uit.
Na een tijdje kwamen we weer op de highway 1 uit. Dat is de belangrijkste hoofdweg. Maar verwacht geen snelweg, nog steeds tweebaans met af en toe een inhaalstrook.
In Wellington hebben we eerst een camping besproken, daarna zijn we naar het centrum gereden. Daar hebben we het Te Papa museum bezocht.
Dit grote museum is gratis toegankelijk en vertelt de hele geschiedenis van Nieuw Zeeland. Het gebouw bestaat uit vier verdiepingen. De tweede verdieping is geheel ingericht voor de natuur. Vanaf de oerknal tot heden wordt alles wat er aan natuur in dit mooie land voorkomt uitgebeeld. Veel dieren waren in opgezette vorm aanwezig maar ook in de x-ray ruimte als skelet. Verder was er de grootste octopus die ooit is gevangen om sterk water te bewonderen. Op elke verdieping was een aparte jeugd afdeling waar alles in kindertaal nog eens duidelijk werd uitgelegd.
Op de derde verdieping was de ontstaansgeschiedenis te zien vanaf het moment dat de Engelsen aan land kwamen tot heden.
De vierde verdieping was ingericht voor de Maori. Grote kano’s en replica’s van de zeven kano’s waarmee de eerste bewoners naar het eiland waren gekomen waren te zien. In het midden waren drie hutten op ware grote nagebouwd. Een was ingericht voor de ceremonies. De wanden waren voorzien van vele houtsnijwerken, die prachtig waren bewerkt. De tweede gaf een indruk van de hut waarin echt geleefd werd en de derde was gebouwd om palen en was bedoeld als voorraadkamer. Op de verdieping was ook veel aandacht voor de enige steen met waarde die op het eiland gevonden is, de jade. Daarvan zijn talloze sieraden gemaakt. Ook was er aandacht voor de gewaden en vloerkleden die met behulp van planten en vogelveren werden gemaakt zoals we al hadden gehoord in de museum in Rotorua. Ook de wapens hadden een aparte afdeling gekregen. Deze waren alle van hout gemaakt en benadrukt nog maar eens de behoefte die de bewoners hadden toen de Engelsen met musketten kwamen om deze vuurwapens ook te verkrijgen. Dat ging wel ten koste van bezit van land. In ruim 100 jaar was nagenoeg het hele Zuid Eiland en 90% van het Noord Eiland in eigendom van de Maori overgegaan naar de Europeanen. Alleen Steward Eiland in het diepe zuiden is nog geheel eigendom van de Maori.
Het museum gaf zo een mooi overzicht van het land. Ik denk dat een dergelijk nationaal museum bij ons ook niet zo misstaan.
We hebben nog even door Wellington gelopen. Daar komen als steeds meer kerstmisversiering in de winkels en op straat. Morgen moeten we inschepen voor de tocht naar het Zuid Eiland en zullen we afscheid nemen van het Noord Eiland.
Dinsdag, 23 november 2010, 23°, zonnig
We zijn vroeg opgestaan want we moesten ons rond 7.00 uur bij de veerboot naar het Zuid Eiland melden. We hadden de overtocht al via internet geboekt en alleen het noemen van het boekingsnummer was voldoende om de boardingpass te krijgen. Het was kennelijk een hele puzzel om alle auto’s vrachtauto’s en campers aan boord te krijgen want het laden duurde bijna 5 kwartier. We mochten als een van de laatsten aan boord. De camper staat buiten op het achterdek.
De boot bestaat uit 10 decks. Overal zijn comfortabele stoelen en zitjes. Ook is er voldoende mogelijkheden voor de inwendige mens. We hebben een hele tijd lekker op het achterdeck uit de wind in de zon gezeten. We voeren met een boog om het Noord Eiland heen om daarna over te steken naar het Zuid Eiland.
De zee was erg kalm zodat het een rustig tochtje werd. Bij het Zuid Eiland aangekomen voeren we door de Malborough Sounds. Dat zijn inhammen die erg op de Noorse fjorden lijken. De inhammen zijn nagenoeg allemaal volledig begroeid.
Sommige zijn per boot te bereiken, andere helemaal niet.
We legden aan in het plaatsje Picton. Het lossen ging een stuk sneller als het laden, zodat we al naar een kwartier weer konden rijden.
Al met de eerste kilometers merk je dat dit een ander eiland is. De huizen zijn moderner en luxer. Kennelijk heeft men het hier beter dan in het noorden.
De natuur maakt geen onderscheid. Ook hier is geen meter vlak en we konden ook meteen weer behoorlijk klimmen. De heuvels zijn hier begroeid met brem, die nu een mooie gele gloed over de helling geeft.
We reden richting Kaikoura. Onderweg was een uitzichtpunt aangegeven. Toen we daar stopten, stonden we oog in oog met een zeehondenkolonie. Deze waren op de rotsen en in het water aan het spelen. Een schitterend schouwspel.
In Kaikoura hebben we de tocht naar de walvissen morgen besproken. Tenminste, als ze er zijn. Vandaag zijn alle tochten afgezegd omdat de walvissen te ver uit de kust waren. Morgen om 6.45 horen we of we aan boord kunnen met de garantie dat we dan ook walvissen zullen spotten. We wachten af.
In de middag zijn we het dorpje ingelopen. Meer dan een hoofdstraat is er niet en alles staat in het teken van de walvissen en dolfijnen. Toen we terugliepen zagen we dat Kaikoura aan de voet van een behoorlijk gebergte ligt. Dat was eerst door de wolken niet te zien. Nu zagen we dat op de toppen nog sneeuw lag. Daarna hebben we nog genoten van het zonnetje.
Rotorua en Taupo
Vrijdag, 19 november 2010, zonnig, 25°
Tegenover de camping lag het Te Puia, een park waar zowel veel over de Maori te zien valt als een indruk te krijgen is van het geothermische gebied waar we nu zijn.
Bij de ingang werden we welkom geheten in een kring van 12 beelden, die bij de Maori symbool staan voor alles wat het leven te bieden heeft. Deze 12 monumentale omhoogreikende sculpturen van hout stellen elk een hemelse beschermer voor in de Te Awara cultuur. Een gids ving ons op en begeleide ons samen met nog 20 toeristen door het eerste gedeelte van het park. Daarbij vertelde hij veel over de Maori. Deze stam komt van origine uit de Polynesië. Rond 1000 is Kupe, een soort Maorische Columbus per toeval op Nieuw Zeeland uitgekomen. Hij is daarna terug gegaan en vertelde dat er veel land te vinden was als je maar steeds naar het zuiden bleef varen. Rond 1400 zijn er 7 kano’s met aan boord steeds ongeveer 150 mensen aan de reis naar het onbekende vertrokken. Door de zon en de sterren te volgen kwamen zij in eerste instantie op het zuid eiland aan. Zes boten vonden het daar echter te koud en zijn naar het warmere noord eiland vertrokken. Deze zeven stammen zijn er nu nog steeds. Het aantal Mauri met zuiver bloed is echter teruggelopen naar 10%. De rest heeft zich vermengd met de Europeanen die zo’n 400 jaar later kwamen.
De eerste bewoners van Nieuw Zeeland troffen een eiland waarop geen andere dieren leefden dan vogels. Op het zuid eiland leefden adelaars. Deze waren zo groot en krachtig dat zij de Maori’s als voedsel zagen. Om zich daar tegen te beschermen leefden deze krijgers in kooien. Dat vonden zij maar niets en ze bedachten een list om de adelaars te vangen. In een kloof spanden zij een net en daar onder werd aas gelegd. De adelaar maakt zich altijd klein als zij op haar prooi af duikt. Als ze haar prooi grijpt wil ze haar vleugels uit slaan, maar dat werd door het net tegenhouden. Zo konden zij de adelaars vangen en eindelijk buiten de kooien leven.
De mensen maakten hun kleding en andere voorwerpen vooral van de planten. Met een mosselschelp verwijderden ze de bovenlaag waardoor er een stof achter bleef die sterker is dan touw. Dit touw was de belangrijkste reden waarom de Engelsen een overeenkomst met de Maori wilde sluiten. Zij hadden het nodig om hun schepen te repareren en moesten daarom wel goede maatjes worden.
Een andere kunst die getoond werd was de houtsnijkunst. De regels van de Maori schijven voor dat de grote panelen alleen gemaakt mogen worden door mannen tussen de 21 en 30 en met 100% Maori bloed. Dat maakt de spoeling uiteraard erg dun. In het atelier waar we konden kijken waren drie mannen bezig met monnikenwerk om alle afbeeldingen in het hout uit te snijden en hakken.
Hierna was het de beurt aan moeder natuur. In het park was een enorme geiser, die constant een grote straal warm water de lucht inspuit.
Verder waren er nog verschillende modderpoelen, waar het leek of de aarde een potje satésaus aan het koken was. Ook is er een kiwi huis. Daar konden we achter glas een kiwi bewonderen. Er zijn er nog maar zo’n 70.000 van en daarom worden er nu allerlei programma’s gestart om deze aparte beestjes te behouden.
Na een rondje door het park gelopen te hebben zijn we naar het centrum van Rotorua gegaan. Rotorua is een gezapig provinciestadje waar nog wat mooie Engelse gebouwen staan.
We werden om 17.45 uur bij de camping opgehaald. We gaan naar een Hangi. Dat is een Maorische avond met dans, zang en eten. We werden welkom geheten waarbij er voor elke nationaliteit even aandacht was. Het waren er ruim 20. Daarna werden we naar de hangi geleid. De hangi is een oven waarop vlees wordt bereid. De stenen van deze oven liggen in de grond en worden door de aardwarmte op temperatuur gebracht. We zagen wat we straks te eten zouden krijgen: lam en kip. Eerst kregen we nog een kleine show van een groep krijgers die met een kano voorbij kwam waren.
Daarna volgde een grote show in een Maori dorp. Daar werd met dans en zang verschillende gebruiken van de Maori uitgelegd. Hierbij werd ook het Haka gezongen dat het koor van Carla ook op het programma heeft staan. Er was toch wel enig verschil zichtbaar en hoorbaar in de uitvoering tussen beide koren.
Na de voorstelling mochten we aan tafel. Daar stond in buffetvorm het vlees met salades, aardappelen en sauzen. Als toetjes was er een soort chipolatapudding en een chocoladestam. Alles was erg smaakvol.
Na de maaltijd werden we mee het regenwoud ingenomen. Het was inmiddels aardedonker. Bij een poel waren glimwormen zichtbaar. Deze wormen gloeien van opwinding. Het is namelijk een teken van zin in sex, die daarna dan ook 26 uur duurt. Helaas overlijdt het mannetje daarna. Het is dus once in your lifetime experience.
Hierna liepen we naar het kiwi huis. Hier worden de eieren die in het veld gevonden worden uitgebroeid. De kiwi ouders kijken namelijk niet naar hun nazaten om. Ze leggen de eieren en gaan daarna weg. In het kiwi huis worden de kiwi tot 6 maanden geholpen om zelfstandig in de natuur te kunnen overleven. Er was nu een programma gaande om 900 eieren aan een goede toekomst te helpen. Rond 23.00 uur waren we na een avond met veel indrukken weer terug op de camping.
Zaterdag, 20 november 2010, 20° regen
Vanuit Rotorua zijn we richting Taupo gereden. Overal staat de brem in bloei.
Daar hebben we eerst de Craters of the Moon bezocht. Dat is een kom waarin de aardkorst erg dun is. Hierdoor komt overal warm water uit de aarde naar boven. Ook waren hier weer kokende borrelde modderpoelen. Je liep soms door een warme mist. De route was helemaal over houten vlonders aangelegd. Daar waar de vlonders nat waren, kwam de warme stoom tegen je benen omhoog.
We reden door naar Taupo om daar de Haku watervallen te bezoeken. We hebben de camper bij de watervallen geparkeerd en zijn toen stroomopwaarts naar Taupo gelopen. Vanaf het pad dat langs de rivier slingerde, had je een prachtig uitzicht op deze diepblauwe heldere stroom. We hadden al even aan het water gevoeld maar dat was toch nog wel best fris. Hoe groot was onze verbazing dan ook dat een eind verderop een viertal jongens rustig in het water zat te keuvelen. Toen we dichterbij kwamen, zagen we dat zij in een zijstroom zaten en dat die door de natuur verzien werd van heet water. Een heuse hot pool in de natuur. Na drie kwartier waren we in Taupo. Toen we terug liepen begon het eerst wat te miezelen. Dat ging echter al snel over in een tropische plensbui. Als verzopen katten kwamen we bij de camper terug.
Na droge kleren aan getrokken te hebben zijn we door gereden naar Ohakune.
Dat ligt aan de voet van de Tongariro Crossing. Onderweg konden we al een blik op drie vulkaantoppen werpen. Ze zijn nog bedekt met sneeuw. In Ohakune hebben we een camping genomen. Toen ik de deurtje naar de LPG tank open wilde maken, brak dit sleuteltje af. Het probleem is dat alle extra voorzieningen, gas, water en elektra door dat sleuteltje geopend dienen te worden. In het dorp was de plaatselijk sleutelboer al gesloten. Met de sleutel van een andere camper kon ik de deurtjes echter wel openen, zodat we toch gebruik konden maken van het gas en stroom. Maandag gaan we wel een nieuwe sleutel laten maken.
Het weer blijft wisselvallig, felle opklaringen worden afgewisseld door stevige buien. We zien wel wat het morgen met wandelen gaat worden.
Coromandel
Woensdag, 17 november 2010, licht bewolkt, 23°
Vandaag hebben we een lange reis voor de boeg. Van Kerikeri rijden we via de westkust terug naar Auckland om vanaf daar de Coromandel in te rijden. Dat is een tocht van 560 kilometer.
We verlieten de camping en reden al snel door een zeer bochtige bosomgeving. Deze weg kwam na enige tijd uit bij de zee. Daar waren schitterende zandduinen.
Dit land blijft je echter steeds op het verkeerde been zetten. Voor je zie je zandduinen, draai je je om zie je een soort alpenwei. Na de kustweg reden we het Waipoua Kauri Forest in. In dit bos staan grote woudreuzen. Via een korte wandeling kwamen we bij de nestor van de Kauri bomen uit.
De schatting is dat deze boom van ruim 50 meter 2000 jaar oud is. Hoe imponerend ze ook zijn de Kauri blijven toch maar kwajongens bij de sequoia’s in Amerika. Een klein stukje verder stonden vier bomen, the four sisters.
Deze lijken uit een wortelsysteem te zijn opgegroeid. We kwamen daar na een wandeling door het bos. Gelukkig was er een pad uitgehakt want buiten dat pad was het absoluut niet toegankelijk. De bomen staan erg dicht op elkaar en daar tussen door groeien immense varens als grondbedekking. Men is ook hier erg beducht op besmetting van deze boomsoort. Vandaar dat je je schoenen moet schoonspuiten en daarna borstelen voordat je het park in mag.
Via een kronkelige weg die schitterend door het woud loopt kwamen we in Dargaville uit. Daar hebben we zowel diesel als LPG getankt. Verschillende apparaten in de camper lopen op LPG, zoals de koelkast, het koken en de warmwatervoorziening.
Na nog diverse wegwerkzaamheden gepasseerd te hebben, kwamen we weer in Auckland uit. We reden weer over de Harbour Bridge en hadden daar een mooi uitzicht op de skyline van de stad. Hierna volgden een gebied met glooiende heuvels, waar nog steeds erg veel koeien graasden.
Via een smal bruggetje kwamen uit op het schiereiland Coromandel. Dat soort bruggetjes zie je hier veel. Er is maar een rijbaan en er wordt aangegeven welke kant voorrang heeft. Als de brug te lang is om te overzien of er verkeer van de andere kant komt, worden er verkeerslichten ingezet. Bij de wegwerkzaamheden hebben ze daar mensen voor met een Stop en GO bord.
We zijn de Coromandel overgestoken naar de oostkust. Dat gebeurde via een zeer fraaie heuvelrit met weer een zeer vreemde combinatie.
Tussen de palmbomen en varens staan gewoon sparren en andere naaldbomen. Dat blijft toch een vreemd gezicht. De camper had op verschillende van de korte maar hevige beklimmingen moeite om boven te komen, maar het lukte.
We hebben de camping genomen bij Hot Water Beach. Hier is een apart natuurfenomeen. Bij de wisseling van het getij kun je aan de vloedlijn een gat graven. Door de vulkanische onderstroom worden deze gaten dan gevuld met warm water. Bij ons zou dat rond negen uur zijn, zowel ’s morgens als ’s avonds. We zijn in het schemer het strand opgelopen. Daar was al een groep jongeren bezig om een bad te graven voor de hele groep. Dat viel niet mee omdat de golven steeds weer in de kuil kwamen. Na een half uurtje begon het water inderdaad veel warmer te worden. Als je er door heen liep en iets wegzakte, was het zelfs gevoelig aan je voeten. Er zijn temperaturen tot 60° gemeten. Het blijft een vreemde speling van de natuur dat je zo je eigen warme bad kunt graven.
Donderdag, 18 november 2010, zonnig, 25°
Na een goede nachtrust zijn we eerst naar Cathedral Glove gereden. Dat is een gat in een rots die door de zee in de vorm van een kathedraal is uitgesleten, terwijl net voor de kust in zee een gelijkvormige rots ligt. We reden naar de top van de duin om vanaf daar in een wandeling van een half uur naar de Glove te lopen.
Het pad slingerde langs de kustlijn steeds een stuk omhoog en dan weer naar beneden. Het laatste stuk was voorzien van trappen. De baai was een schitterend zandstrand dat aan alle kanten werd omringd door rotsen.
In een van de rotsen zat inderdaad een groot gat. Daarachter kon je de tweede rots in zee zien liggen. Bij het gat stonden grote borden waarop werd gewaarschuwd dat de rots nog steeds af en toe stukjes puin liet vallen. Het advies was om er niet door heen te lopen. We waren toch wel erg nieuwsgierig hoe de wereld aan de andere kant van dat gat er uit zag en zijn dus toch door het gat heen gelopen. Behalve een enkele druppel condens viel er niets naar beneden. Aan de andere kant konden we de rots in de zee beter bekijken.
Verder was het strand nagenoeg identiek. Aan deze kant had net een groep kanoërs aangelegd. Ook dat was een mogelijkheid om hier te komen. Na weer door het gat te zijn gelopen, zijn we terug gewandeld naar de camper. De parkeerplaats die toen we gingen wandelen nog nagenoeg leeg was, was nu geheel vol. We waren dus keurig op tijd geweest.
We reden een klein stukje dezelfde route als gisteren maar dan tegengesteld om vervolgens Coromandel te verlaten om het volgende gebied te gaan verkennen. Dit gebied is duidelijk welvarender dan het noorden. Er staan veel meer mooie huizen en de infrastructuur is een stuk beter. We reden naar Mount Maunganiu. Dat is de badplaats van dit gebied. Het strand is daar kilometers lang. We hebben daar een frisse duik genomen en genoten van het strand. De zee was inderdaad nog erg koud, maar dan weet je weer dat het hier net voorjaar is. Op het strand waren jongens aan het rugbyen. Rugby is de nationale sport en daarom zie je overal rugbyvelden waar je bij ons voetbalvelden ziet.
Via een prachtige weg met overal bomen die in bloei stonden reden we naar Rotorua.
Onderweg kwamen we door Te Puke. Dat is de Kiwi hoofdstad van de wereld. Overal waar je keek zag je boomgaarden waar de kiwi’s aangroeien.
Rond deze gaarden staan metershoge hagen die helemaal geschoren zijn. Zo krijg je een imposante groene muur van zo’n 4 meter. Dat kiwi’s hier het leven bepaald, bleek wel aan de waarschuwingsborden voor het verkeer. Ook daarop spelen de kiwi’s een hoofdrol.
Toen we Rotorua naderden, begonnen we het al te ruiken. Een indringende zwavellucht, die hier altijd hangt. Rotorua is een gebied vol met vulkanen en geisers. Als er een tijdje bent, wen je wel aan de stank.
Het paradijs op aarde
Dinsdag, 16 november 2010, zonnig, 25°
Na een heerlijk rustige nacht liep om 07.00 uur de wekker af. We waren wat te vroeg in Paihia terug, zodat er nog tijd was om een kop koffie te scoren. De koffie wordt hier steeds vers gezet van bonen die gemalen worden waar je bij staat. Zoals bijna alle Kiwi’s was de mevrouw in de coffeestore ook weer voor een praatje in. Ze bood haar excuses aan dat zij geen Nederlands sprak. Ze gaf aan dat er steeds meer Nederlanders kwamen en zij zichzelf steeds voornam om die taal ook te gaan leren.
Bij de haven hebben we genietend van het zonnetje de koffie opdronken. Daarna was het tijd om aan boord te gaan. We gaan vandaag de Bay of Islands per boot bekijken. We voeren eerst naar Russel, een klein plaatje aan de overkant van de baai om nog wat passagiers op te pikken. Daarna voeren we deze sprookjeswereld in. Schitterende vergezichten, mooie paradijselijke strandjes en dat alles in een overheersende rust. Er liggen honderden eilandjes voor de kust. Voor maar enkele is toestemming gegeven om er ’s nachts te verblijven. De overige zijn onbewoond.
Na een drie kwartier varen was er opeens een school dolfijnen, die rustig rond de boot zwommen. Er waren ook nog twee andere boten in de buurt. Vanaf een van die boten konden de mensen met de dolfijnen zwemmen, maar meestal waren de dieren zo snel dat slechts een enkeling lukte om even een dolfijn aan te raken. We hadden vanaf de boot echter wel een goed zicht op deze fascinerende beesten.
Hierna werd de bootreis voorgezet naar het volgende natuurwonder. Ook hier heeft de natuur een groot gat in de rots gemaakt. Deze “hole in the rock” is groot genoeg om bij rustig weer door heen te varen. Om daar te komen moesten we eerst een stuk oceaan oversteken. Daar was het wel wat ruiger en de boot ging dan ook behoorlijk te keer. Onderweg zagen we naast verschillende vogels ook nog enkele pinguïns en een haai.
We dachten dat het een dolfijn was maar de gids gaf aan dat het echt een shark was.
Bij de Hole was de zee kalm genoeg om er door heen te varen. Aan de andere kant van de rots lijkt de natuur een vrouwengezicht gemaakt te hebben dat uitkijkt over de oceaan. Over enkele eeuwen zal een nog een gat ontstaan. Er is nu al een diepe inham maar het duurt even voordat de rots helemaal door is.
Op de terugweg werd er via de radio een nieuwe school dolfijnen gemeld. Deze waren kleiner dan de eerste school maar bleven wel veel langer bij de boot, wat de gelegenheid gaf om ze van dichtbij op de gevoelige plaat vast te leggen.
Het enige wat nog ontbrak was een blauwe walvis. Deze was drie dagen geleden hier nog gespot, maar liet zich vandaag helaas niet zien.
Na een korte tussenstop op een van de eilandjes werden we weer in de haven van Paihia afgezet. We snappen nu waarom alle reisgidsen aanraden om ook dit gedeelte van Nieuw Zeeland in je reis mee te nemen.
Van Paihia zijn we naar Kerikeri gereden. In dit stadje is in de 18e eeuw een opstand van de Maori begonnen. Deze opstand is mede bepalend geweest voor de vorming van de staat Nieuw Zeeland. In een apart dorpje is nog een Maori dorp en twee Engelse huizen geheel in stijl. Rewa, zoals het dorpje genoemd wordt, geeft een goed beeld hoe men hier twee eeuwen geleden leefden.
We hebben in Kerikeri een camping opgezocht om de nacht door te brengen.
Bay of Island
Maandag, 15 november 2010, motregen, 20°
Na een goede nachtrust werden we iets na zevenen opgehaald door een taxi die ons naar Alpha Campervans bracht. Daar stond de camper voor ons klaar. Het is een Mitsubishi. Qua afmetingen is hij wat bescheidener dan de camper uit de USA maar de indeling lijkt praktischer. De kastjes zijn allemaal voorzien van een sluiting waardoor dit jaar de borden niet meer door de camper zullen vliegen.
Na de formaliteiten en uitleg kregen we de sleutel en konden we op pad. De eerste kilometers was het wennen aan het links rijden, de vreemde schakelbak en de breedte van de camper. We zijn eerst naar een grote supermarkt gereden om het nodige in te slaan. Daarna hebben we ook meteen de koffers maar uitgepakt. Er bleek ruim voldoende plaats te zijn.
Via Auckland reden we naar het noorden. Daarbij reden we ook over de bekende Harbour Bridge. Het verkeer is vrij rustig. Er zijn wel veel wegwerkzaamheden, maar ja het is natuurlijk voorjaar en moet alles weer gerepareerd worden. In die werkzaamheden zijn de weghelften vaak nog smaller. Carla stond een paar doodsangsten uit omdat ze dacht dat we bijna in de greppel naast de weg zouden belanden terwijl ik rechts ook niet veel ruimte meer had. Het ging gelukkig allemaal goed.
Na een klein stukje tolweg verdween de snelweg en kwam er een tweebaansweg voor terug met af en toe inhaalstroken. Het gebied is erg bergachtig. Het campertje heeft daar duidelijk moeilijk mee. Hij heeft amper de power om het hele gewicht naar boven te trekken.
Op een mooi plekje hebben de lunch genuttigd. Daarna zij door gereden naar de Bay of Island. In Paihia hebben we even rondgewandeld en voor morgen een boottocht naar de dolfijnen besproken.
Een eindje buiten Paihia hebben we de eerste camping genomen. Deze lag aan een kabbelend riviertje. We hebben lekker buiten gegeten. De temperatuur was de dag wel aangenaam. Tijdens onze rit naar het noorden heeft het geruime tijd geregend, maar precies op de momenten dat we even uit de auto wilden was het droog.
De verdere trip naar Nieuw Zeeland en de eerste dagen Auckland
De dagkamer zag er keurig uit. Na een lekkere douche zijn we een paar uur gaan slapen.
Met de KLIA expres zijn we in 28 minuten naar het centrum van Kuala Lumpur gereden. De KLIA expres is een soort sneltram die zonder te stoppen van de luchthaven naar het centraal station van de stad rijdt. Daar zijn we overgestapt om een van de metrolijnen om bij de Petronas uit te stappen. Dat zijn de twin towers van Kuala Lumpur. In de onderste zes verdiepingen is een immense shopping wall gevestigd. Dat loopt uit een van een verdieping met extreem dure merkkleding tot een soort bazaarachtige zaken. Het weer was inmiddels weer opgeknapt. Het was nog wel bewolkt maar het was droog. Hierdoor voelde het wel aan als een klamme warme deken.
Na wat rondgekeken te hebben, begonnen we de vermoeidheid van de nacht die we hadden overgeslagen toch wel wat te voelen. Daarom zijn we aan het eind van de middag teruggegaan naar het hotel om daar nog even lekker bij het zwembad te vertoeven.
We hebben de spullen weer ingepakt en zijn naar de luchthaven teruggelopen.
Na een vlotte incheck vertrokken we nog een bijna een half uur te laat omdat er enkele passagiers zich niet op tijd hadden gemeld. In ruim 10 uur hebben we de volgende 8824 km van de reis afgelegd. Onderweg hebben we heerlijk geslapen.
Om 13.15 uur zijn we geland op Auckland. Het zonnetje scheen ons tegemoet en vanuit de lucht zag het eiland er schitterend uit.
Nieuw Zeeland is een eiland en dat betekent dat bepaalde beestjes er niet voorkomen. Men wil dat graag zo houden en daarom is het verboden om iets mee te nemen dat van dieren of planten afkomstig is. De bagage wordt besnuffeld door honden. Deze zijn niet op zoek naar drugs maar naar eten. Mijn rugzak had kennelijk nog een geur bij zich want de hond sloeg er op aan. De dame van de douane keek even in de tas en daarmee was het goed. Vervolgens moesten we bij een volgend loket de ingevoelde verklaring af geven. Hier werden de schoenen gecontroleerd om bladresten. Daarna werd de bagage door de x-ray gehaald. Ook daar werden vragen gesteld over de sportschoenen die in de koffers zaten. Hierna mochten we eindelijk het land in.
Na wat geld gepind te hebben, hebben we het luchthavengebouw verlaten. Daar stonden de blauwe bus klaar die een rechtstreekse verbinding heeft met het centrum. Een dame was behulpzaam met het kopen van een kaartje. Bij het instappen vroeg de chauffeur waar we er uit wilden. Toen we straat van het hotel noemden, zei hij dat we bij de vierde stop er uit moesten.
Via de snelweg reden we naar centrum van de stad. Van enige hectiek is hier absoluut geen sprake. Het verkeer is veel rustiger als bij ons. Zelfs in het centrum van de grootste stad van het land reed alles gewoon.
Auckland ligt in een erg heuvelachtig gebied. Toen we op de hoofdweg werden uitgezet en de straat in sloegen waar het hotel aan lag moesten we behoorlijk stijl naar boven lopen.
Bij het hotel was het noemen van de naam al voldoende om de kamer die we besproken hadden te krijgen. We zaten op de 9e verdieping . Dat was de keurig in het midden want het gebouw telt 18 verdiepingen.
Hierna hebben we de stad verkend. Het is een leuke stad die wat dorps aan doet. Je ziet er wel veel verschillende personen lopen. Het centrum is niet zo heel groot en bestaat eigenlijk uit drie straten met wat zijwegen. Deze drie straten komen bij de haven uit.
Bij deze haven hebben we heerlijk gedineerd, waarna we naar onze kamer zijn teruggegaan.
Zondag, 14 november 2010 , half bewolkt 23 °
De nacht verliep erg onrustig. Net naast het hotel was een discotheek gevestigd. De meeste gasten stonden buiten, met alle ramen en deuren op. Het feest was zelf op onze 9e verdieping goed te volgen. Toen dat eindelijk was afgelopen was er nog een enorme herrie van het opruimen zowel van de discotheek als de straat. Daarna keerde de zondagse rust weer en konden we toch nog een paar uur slapen.
Na he ontbijt zijn we naar de haven gelopen om daar de ferry naar Rangitoto genomen. Dat is een vulkanische eiland op een half uur varen van Auckland. Het eiland is bijzonder ruig en er is verder helemaal niets aan voorzieningen. Alles was je wilt gebruiken moet jezelf meenemen.
Op het eiland zijn verschillende wandelingen uitgezet. Het eiland heeft een hoge top en dat is voor iedereen het doel om te komen. Via een stijl pad liepen we in ruim een uur naar deze top. Vanuit daar heb je een 360° uitzicht. Dat was adembenemend. Overal zijn kleinere eilandjes te zien die groen begroeid zijn met de skyline van Auckland. Vanuit de top zijn ook weer verschillende routes uitgezet. Via een fraaie kustlijn kwamen we weer in de haven uit. Tijdens de wandeling merkten we dat de zon pal boven ons stond en al erg fel was. De zon komt hier trouwens in het westen op en gaat in het oosten onder. Daaraan merkt je dat de wereld hier inderdaad op zijn kop staat.
Terug in de haven hebben we een uurtje in het zonnetje gewacht op de boot die ons weer naar Auckland terugbracht.
We hebben al even met het camperbedrijf gebeld. Morgen om 08.00 uur kunnen we onze camper op halen.