carlabernard.reismee.nl

Polonnaruwa en olifanten

Vrijdag, 24 augustus eerst onbewolkt , later stortregen en onweer, 39

We verlieten Nilaveli en reden naar het binnenland. We maakten eerst een stop bij een begraafplaats voor de tweede Wereldoorlog. Hier lagen ook nog enkele Nederlanders begraven.

We reden door een gebied dat afwisselend vlak was met rijstvelden en dan waren er weer kleine heuvels. Na een dorpje reden we over een natuurlijke dijk waar aan de ene kant een groot meer was en de andere kant een vlakte. De hoofdwegen zijn goed begaanbaar, maar elke afslag is naar een zandpad. Er wonen hierboven opvallend veel mensen in lemen hutjes, maar die zijn bijna allemaal wel voorzien van elektriciteit. In een dorpje werd curd gemaakt en verkocht. Dat gebeurde wel voor nagenoeg elk huisje.

Vlak voor Habarana sloegen we af. Deze was was erg slecht maar voor de aanwonenden is er hoop want er werd volop aan de weg gewerkt. Er waren ook opvallend veel vrouwen met harken bezig om het asfalt op de juiste plaats te krijgen. We reden door naar Polonnaruwa. Deze stad was in de 12e eeuw het middelpunt van Sri Lanka. De koning Parakramabahu bracht veel welvaart in het gebied. Hij liet daarom mooie paleizen, gerechtshoven tempels en klooster bouwen. Daarnaast gaf hij opdracht om het meer uit de diepen. We bezochten eerst een groot standbeeld van hem en de restanten van de eerste bibliotheek van het eiland. Dat was nabij het meer.

We reden terug naar het centrum. Daar zijn de overige bezienswaardigheden op een groot terrein. We reden naar het koninklijk paleis en het gerechtshof. Het was daar enorm heet.


We vervolgenden naar de Quandrangle. Dit complex heeft een aantal markante gebouwen. Omdat ze als heilige plaatsen worden gezien moesten hier de schoenen weer uit. De vloeren waren echter haast te heet om over te lopen. In het midden staat de Vatadage. Deze ronding heeft vier opgangen waarbij je steeds tegen een zittende boeddha aanloopt.

De volgende stop was bij Rankort Vihara. Dit is een donkerbruine stoepa. De weg daarna toe is helemaal omgeven met een soort kerstverlichting. Toen we bij de stoepa kwamen zagen dat ook deze helemaal bedekt was met led-lampen. We maakten een rondje waarbij we steeds van ene schauwplek naar de andere liepen. Op verschillende plaatsen waren kleine kapelletjes geplaatst waar mensen konden offeren. Ook stonden er tafels waarop bloemen lagen.

Toen we terug kwamen wenkte Lahi ons voor een verfrissing. Bij een stalletje kregen we ieder een kokosnoot die uit een bak met ijs kwam. Deze werd ter plaatse opengehakt en daarna konden we met een rietje het sap er uit drinken. Toen deze leeg was werd de noot doormidden gehakt. Van de bast werd een stuk afgehaald dat als lepel diende en zo konden we het vruchtvlees op eten.

We zagen nog een tempel waar nog enkele fresco waren te zien en een spierwitte stoepa. We bezochten een liggende Boeddha. We verlieten de hoofdweg en reden een zandpad op. Na een stop bij een fontein met alle vormen van een Lotus kwamen we bij een tempel uit. Deze was nog bijna in tact. Binnen waren nog schietende fresco’s te zien. Men heeft over de tempel een overkapping gemaakt om hem beter te beschermen.



We verlieten het park en kregen bij de bewaking eerst nog een exitstempel.
We genoten de lunch in een klein restaurant. Lahi belde met de chauffeur voor de safari. We zouden hem bij de parkeerplaats voor de ingang van het park ontmoeten. Het was daar een drukte van jewelste. Toen we hier vanmorgen langs kwamen was er nog niets te doen. Lahi legde uit de het park een soort jungle heeft. Daar zoeken de olifanten beschutting tegen de zon. Als de zon minder krachtig wordt komen zij het bos uit en lopen over de vlakten naar de waterpartijen. Daarom gaat iedereen pas na 15.00 uur het park in.

Er stond een enorme file, maar onze chauffeur had al tickets gehaald zodat we toch vrij snel het park in konden. Boven ons was inmiddels een inktzwarte lucht. We reden door een bos en na enige tijd kwamen we op een vlakte uit. Daar konden we eerst alleen runderen zien grazen. Het drupte af en een toe en beetje, maar het dak van de jeep hoefde nog niet dicht. Wel hoorden we al het gerommel van onweer.We reden over het grasland dat op sommige plaatsen al behoorlijk drassig was en daarom slipten we al een beetje. We staken een riviertje over door gewoon van de oever te rijden, door het water en de andere kant weer ophoog. Na de tweede oversteek stopte de chauffeur en moest de dak toch dicht. Hij was hier net mee klaar toen het onweer los barste. Het regende pijpenstelen.

Even verderop zagen we de eerste olifanten staan. Deze stonden nog dicht tegen de bosrand aan. Na een stop reden we verder en kwamen bij een grote groep van zo’n 40 olifanten uit. Deze trokken zich niets van de regen aan en graasden rustig gras en gooide zant over zich heen. Deze olifanten zijn beduidend kleiner dan hun Afrikaanse soortgenoten. Zij hebben ook veel kleine oren.Daarnaast ontbreken de slagtanden.Slecht 5% van de mannetjes heeft deze. De rest allemaal niet. In de groep waren twee olifanten met elkaar aan het spelen. Zij duwden steeds tegen elkaar om daarna een potje te gaan worstelen met hun slurf. We reden verder en zagen nog een een grote groep lopen.


Om dit alles te kunnen bekijken hadden we de zijwanden van de jeep niet dicht gedaan. Daar het water dat van het dak naar binnen liep waren we drijfnat. We reden weer terug naar de uitgang. Door het hevige regenval was op de drassige graslanden bijna geen doorkomen meer aan. De ene na de ander jeep kwam vast te zitten.


Omdat een jeep voor ons niet verder kon, kwamen ook wij vast te zitten. We reden een paar keer achteruit en weer naar voren maar kwamen niet uit het spoor dat natuurlijk steeds dieper werd. Lahi moest achter het stuur gaan zitten en de chauffeur duwde en trok uit alle macht aan de zijkant waardoor hij inderdaad uit het spoor kwam en we weer verder konden. Al glibberend en glijdend kwamen weer weer op de verharde weg uit. Dit was met recht een jeepsafari. We namen afscheid van deze chauffeur en reden naar Habarana. Het regende nog steeds en het begon als stevig te schemeren. Voor ons stonden enkele auto’s stil. Vlak in de berm stond een olifant. Je m iet er niet aan denken dat zo’n beest de weg op loopt terwijl het zicht zo slecht is. We reden naar ons hotel waar we met een warme douche weer een beetje op temperatuur kwamen. Onder een paraplu liepen we naar het restaurant voor een dinerbuffet.


Reacties

Reacties

Ericpoll

Hartstikke leuk. Mooie foto's vrg

Herman

Weer heel bijzonder!!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!