carlabernard.reismee.nl

Bo - Andenes - Kabelvag

Donderdag, 25 juni Bo – Andenes – Kabelvag, 9 zwaar bewolkt, 290 km ( totaal 4970 km)

We hadden de wekker om 6.30 uur gezet. Na het ontbijt zijn we naar Andenes gereden. Daar konden we om 8.45 in checken voor een bezoek aan het walvismuseum en daarna de boot om de walvissen te gaan zoeken. Het was waterkoud. Het was geheel bewolkt. We liepen het museum in. Dat was onder de incheckruimte gevestigd. Daar werd iedereen opgevangen. Er werd een rondleiding verzorgd in vier talen, Noors, Engels, Duits en ja zeker Nederlands. Bram was onze gids voor deze dag. Hij nam ons eerst mee naar een donkere ruimte. Daar was op doek de ware grote van een potvis afgebeeld. Deze kan zo’n 3 meter hoog, vier meter breed en 14-15 meter lang worden. Hij heeft per dag 1000 kilo aan inktvissen nodig. Deze leven op een diepte tussen de 1000 en 2000 meter onder water. De potvis zuigt zich gedurende een kwartier helemaal vol met zuurstof en begint dan aan zijn jacht. Deze duurt ongeveer drie kwartier. Hij zendt sonarsignalen uit waarmee de inktvis op 16 km kan lokaliseren. De sonar die terug komt, bereiken zijn holle onderkaken, daarmee zijn deze zijn oren geworden. Als hij signalen gevonden heeft begint hij te duiken. Dat alles gaat erg langzaam. Op een diepte van meer dan een kilometer is er een enorme waterdruk waardoor al het leven in slow motion gaat. Zodra hij dichter bij zijn prooi komt zendt hij voortdurend signalen uit. Deze maken zeer veel lawaai tot zo’n 230 decibel. Die lawaaigolf maakt het voor ons ook mogelijk op te op te sporen. Met apparatuur aan boord kan die namelijk vrij eenvoudig worden waargenomen. We hoeven dan alleen maar te wachten totdat de potvis weer naar boven komt om op adem te komen. De potvis heeft alleen een ondergebit. Hij kan daarom de inktvissen niet kauwen maar zuigt ze als een soort stofzuiger naar binnen. Er zijn reuze inktvissen van 1000 kilo, maar die zijn vrij zeldzaam. Meestal vangt hij inktvissen van 2 meter. Hij is dan 16-18 uur per dag bezig om het voedsel dat hij nodig heeft te vangen. De overige tijd slaapt hij. Dat doet hij rechtopstaand in het water, zo’n 10 meter onder het oppervlak. Hij wisselt daarbij maar een hersenhelft uit omdat hij zich steeds bewust moet zijn van zijn ademhaling. Een potvis moet zelf de prikkel geven tot ademhalen. De volgende ruimte toonde het skelet van een potvis. Dit is een van de vier exemplaren die er op de wereld zijn. In de daarop volgende ruimte kregen we uitleg over andere walvissoorten en hun jaagmethode. In de laatste ruimte werden de gevaren weer gegeven. Naast overbevissing is ook de vervuiling een probleem. De grootste bedreiging wordt gevormd door ronddrijvend plastic. Als dit in de maag komt, zorgt het ervoor dat de potvis uitdroogd en op den duur sterft.

Na deze interessante uitleg over de dieren was het tijd voor het echte werk. We reden naar de kade een kleine 2 kilometer verderop. Toen we daar uitstapten was de wind nog verder aangetrokken en was het gewoonweg guur.

Met zon’n 50 man gingen we aan boord en voeren we de haven uit. Carla kreeg al meteen last van haar zeeziekte. Zij bleef middendeks staan en probeerde zich te concentreren op een punt en haar ademhaling. Dat ging redelijk. Het schip rolde over de golven. De kapitein koos ervoor om naar de ingang van het fjord in het noorden te varen omdat de zee ten zuiden te wild was. Na een half uurtje werd de boot bijna stil gelegd en begon het luisteren naar de sonars. Er was even commotie toen een bruinvis werd gezien, maar die dook al snel weer onder om zich niet meer te laten zien. Na een tijdje te hebben rondgedobberd, werd er helaas besloten om naar de haven terug te keren. Het weer was te slecht om verder buitengaats te gaan zoeken. Zo is het enige stukje walvis dat we zien hebben gekregen, het stukje walvis dat de gastvrouw gisteren in het hotel had bereid. Dat smaakte naar biefstuk. Dat was afkomstig van een kleine walvis, de dwergvinvis, waarvan er per jaar zo’n 1000 worden gevangen voor consumptie op een populatie van 500.000 tot 2.000.000.

Helaas ook onze derde poging op walvissen te spotten lukte dus niet. Nadat we in Kaikura ( Nieuw Zeeland) twee uur tevergeefs hadden gezocht en we in Hawaii in de verkeerde maanden waren, speelde nu het weer ons parten.

Licht teleurgesteld en ijskoud zijn we naar ons hotel in Kabelvag gereden. Daarbij zijn we nu officieel in de Lofoten. Ondanks de spatten regen en de laaghangende bevolking konden we al wel genieten van enorme watervallen, steile rotsen die bij kaarsrecht in het fjord verdwijnen. De wegen zijn beter dan in het hogere noorden. De tunnels zijn overal klaar zodat je niet meer over de hoogste toppen heen hoeft.

In Kabelvag hebben we een huisje aan het water dat uitkijkt over het fjord. Er is een mooi terrasje voor het huisje. Hopelijk dat we daar morgen gebruik van kunnen maken want wij blijven hier twee nachten.

We hebben rondgelopen in Kabelvag. Dat is een klein dorp. Op het dorpsplein was een soort braderie aan de gang. Er was muziek van een draaiorgel en de plaatselijk kapel. Verder waren er kramen waar allerlei goederen aan de man werden gebracht. Het plein zelf was veranderd in een grote stammtisch waar gegeten en gedronken werd.

We zijn door gereden naar Svolvaer, een iets groter plaatsje 5 kilometer verderop. Daar hebben we gegeten en boodschappen gedaan.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!