Van Sengkang naar Mamasa
Dinsdag, 16 september half bewolkt met een tropische bui, 28°
Rond 8.00 uur zijn we uit Sengkang vertrokken. We reden door een vlak uitgestrekt landschap met rijstvelden. Dit is de rijstschuur voor een groot gedeelte van Indonesië. De oogst was net geweest maar op sommige plaatsen was men nog bezig. Dat gaat hier niet meer met de hand maar met een machine die erg op onze dorsmachine lijkt alleen een slag kleiner.
Deze wordt op oproep geleverd door een soort coöperatie. De rijst wordt op het veld in balen gedaan. Deze wordt met speciaal daarvoor ontworpen brommertjes naar de weg of nar huis gereden. Bij de brommers is de tank verplaats en kan de rijstbaal op het frame worden gelegd. Overal langs de kant van de weg lag de rijst te drogen. De dames waren soms bezig om het bij te harken. Naast rijst lag er ook kokos en cacao te drogen. Als de rijst gedroogd komt er een andere auto aan rijden. Daar achter op staat een machine die de vliesjes van der rijst haalt zodat de schone rijst naar de fabriek kan.
In Polewaii verlieten we de hoofdweg.. In dit dorpje hebben we eerst nog getankt. Omdat de benzinestations geen van alle diesel hadden moesten we naar handelaar met jerrycans. Daarmee werd de tank gevuld. De prijs is dan een stuk hoger dan bij de pomp, maar je praat nog steeds over 0,50 euro voor een liter,
Hierna begonnen we aan de klim naar Mamasa. Zoals Mas al had aangegeven zou de weg erg slecht zijn. Over het traject van 90 kilometer zullen we ruim 5 uur onderweg zijn. De eerste kilometers waren prachtig.
De weg was van redelijk asfalt en liep steil kronkelend op hoog. Binnen de kortste keren zaten we 1000 meter boven zeeniveau terwijl we in Polewaii nog langs de oceaan waren gereden. Dit stuk zou niet hebben misstaan in een touretappe, maar daarna veranderde het snel. Het afval verdween op de meeste plaatsen en er kwamen kuilen en gaten voor terug. Soms het een meer weg van een bögelpiste als een weg.
Mas had al zijn stuurmanskunst nodig om ons naar te boeven te brengen. Soms waren de kuilen zo diep dat ze over de bodem van de auto schuurde. Onderweg kwamen we langs dorpjes en prachtige rijstterrassen. In een van de dorpjes hebben we geluncht. Je kun aanwijzen wat voor vlees of vis je wilde en dat kwam even later gegrild en voorzien van een heel krokant laagje op je bord. Daarbij werd soep en rijst geserveerd.
Tijdens de klim zagen we de dorpjes veranderen. Het geloof is hier voornamelijk protestants zodat we de eerste kerken zagen. Bij de scholen droegen de meisjes geen hoofddoek meer maar hadden net als de jongens een cap op. In de dorpjes was ook nog steeds een moskee. Door de gemengde huwelijken kwam het hier voor dat er in een familie twee geloven zijn. Dat komt verder niet voor in Indonesië.
Na de lunch hingen er boven de brengen hele donkere wolken en even later kregen we een heuse tropische bui over ons heen. De brommers schuilden bij de woningen en we voeren verder. Op sommige plaatsen was de weg veranderd in een riviertje. Even plotseling als het begonnen was, werd het ook weer droog, maar de weg was een grote troep geworden. Door het water was niet meer in te schatten hoe diep de kuilen waren. Dat bracht een extra uitdaging. Om de grootste te ontwijken kwamen soms gevaarlijk dicht bij de rand uit waaronder een diep ravijn was. Het leek wel een aflevering van Dangerous Roads. Gelukkig hield Mas zijn hoofd koel en stuurde hij ons behoedzaam naar Mamasa.
Het hotel bestaat uit huisjes in de Mamasa stijl. Dat houdt in dat het dak een vorm van een schip heeft. Dat herinnert aan de voorvaderen die per schip over de rivier naar dit gebied trokken. Nadat we waren ingecheckt kwam Domingus zich voorstellen. Hij is onze gids voor de komende dagen. Met de gids en chauffeur hebben we gegeten. We hebben hen op deze maaltijd getrakteerd en inclusief royale fooi bedroeg de schade 100.000 roepia oftewel € 6,50. Toen we naar het restaurant liepen vertelde Domingus dat dit de eerste regen was in drie maanden en dat de mensen er blij mee waren. Hopelijk is het morgen weer droog.
Van Bira naar Senkang
Maandag, 15 september, onbewolkt 34°
We stonden weer vroeg op want Mas kwam ons om 8.00 uur halen. We reden via kleine dorpjes en rijstvelden naar Watampobe. Onderweg was de weg soms goed maar meestal was het een soort grindpad. Mas vertelde dat dit nog goed was in vergelijking wat we morgen krijgen.
Zo.n brug word je toch niet vrolijk van.
Aan de huizen kun je zien tot welke kaste de bewoners behoren. Dat stamt nog uit de tijd voordat de islam zijn intrede hier deed. De huizen van voorname mensen hebben aan de voorzijde drie of meer kleine puntdakjes. We hebben bij een klein stalletje onderweg koffie gedronken. De rijst wordt hier uitgezaaid en niet meer verpoot zoals gebruikelijk is. De velden zijn alleen in het droge seizoen te gebruiken omdat de in het regenseizoen ruim een meter onder water staan.
In Watampobe was het de bedoeling dat we een museum van de koningen van Bugineze zouden bezoeken. Mas gaf aan dat de gids die de toeristen rondleidde en in het Nederland uitleg kon geven twee jaar geleden was overleden. Nu konden we alleen maar rondlopen en kijken want uitleg was er niet meer. Toen we bij het museum kwamen bleek dat ook niet meer mogelijk omdat het gesloten was. Het was inmiddels lunch tijd en dus hebben we weer een leuk klein restaurant opgezocht. Voor nog geen 4 euro konden we geen pap meer zeggen. We reden door naar Sengkang. Vlak voor ons was net een ongeluk met twee scooters gebeurd. Gelukkig kon iedereen op eigen kracht weer op staan zodat er alleen materiele schade was.
Na de incheck bij het hotel zijn we naar de rivier gereden. Daar lag een gemotoriseerde kano voor ons klaar. We voeren de rivier af totdat we bij het Tempelmeer uit kwamen.
Dit is een groot meer dat echter haast gekanaliseerd word door de waterplanten. Deze worden door bamboestokken op hun plaats gehouden. Daar tussen waren plaatsen waar met netten gevist werd.
We voeren ruim een uur over het meer om bij een drijvend dorp uit te komen.
Hier woonden ongeveer 100 mensen in hutjes van bamboe. In een van de huisjes kregen we thee met gebakken banaan aangeboden.
Toen we weer richting Sengkang voeren kregen we een mooie zonsondergang te zien. Het was dan ook donker toen we weer bij de auto terug kwamen.
Bira
Zondag, 14 september, onbewolkt 34°
Na een goed ontbijt hebben we dag lekker op het parelwitte strand doorgebracht. In de middag werd het ons zelfs te heet en zijn we naar de beschutting van ons terras gegaan.
Vlak voordat de zon onderging hebben we nog even door het dorpje gewandeld. Ook hier moesten we weer met iedereen op de foto, we raken er aan gewend. In de avond heeft Mas, onze chauffeur ons meegenomen naar een klein restaurant verderop in de baai. Via een pad vol met gaten en kuilen kwamen we daar uit. Het eten was er weer goed.
Van Makassar naar Bira
Zaterdag, 13 september, onbewolkt 34°
De chauffeur pikte ons keurig op 8.30 uur zoals we hadden afgesproken. We verlieten Makassar aan de zuidzijde. Hier waren nog meer grote winkelcentra en werd een nieuwe wijk aangelegd. Nadat we de stad verlaten hadden werden de wegen al snel slechter. Op sommige stukken was het niet meer dan een grindpad, maar er waren ook hele stukken bij waar nieuw asfalt lag. Zuid Sulawesi wordt door drie bevolkingsgroepen bewoond. In het zuiden zijn dat de mensen van Makassar, In het midden Bukinees en in het noordelijke gedeelte Toraja. Aan de stijl van de woningen kun je zien wie er wonen.
De Makassa hebben een trap die rechtstreeks naar de deur laat. Dat is ook het karakter van deze mensen die recht op hun doel af gaan. De Bukinezen hebben een terras voor de deur. Dat past bij de wat meer gereserveerdheid van deze groep. De Toraja hebben een geheel eigen stijl. In Indonesië zijn nog zo’n 900 talen die door de lokalen worden gesproken. Op de scholen wordt echter Bashra geleerd wat de gemeenschappelijk taal is.
Tankstation voor brommers
We reden langs de kustweg en waren steeds niet verder dan een paar kilometer van de oceaan. Het is nu het droge seizoen. Daarom kan er nauwelijks rijst worden verbouwd omdat men geen irrigatiesysteem heeft om te zorgen voor water op de akkers. De akkers worden nu gebruikt voor andere gewassen als mais, lange bonen en watermeloenen. We reden ook door een gebied met zoutpannen. Het gewonnen zout werd in zakken langs de weg te koop aangeboden.
We vorderen maar langzaam omdat de gemiddelde snelheid zo rond de 30 km/u ligt waarbij het verkeer zich in alle bochten wringt. Regels zijn er wel maar niemand houdt zich er aan. Zo is er een helmplicht maar men draagt alleen een helm als men bang is voor de politie die af en toe optreedt. Door de lage snelheid is de kans op aanrijdingen erg klein. We zagen we onderweg een auto die in een groot gat in de weg was gereden. Vermoedelijk is hij in slaap gevallen en door de afzetting van takken heen gereden om zo in het gat te belandde.
Na de lunch werd het landschap heuvelachtiger en moest er af en toe serieus geklommen worden. We kwamen in een dorpje dat bekend staat om zijn botenbouw. Met de hand worden hier houten boten vervaardigd. We konden zien hoe men het geheel met planken en duvels aan elkaar zette om de naden daarna af te dichten met touw.
Dit principe werd toegepast op een soort roeiboot maar ook op een groot schip dat als cruiseboot rond de Komodo eilanden zal gaan varen. De prijs van de boten is de laatste jaren wel enorm gestegen omdat men alleen nog maar gebruik mag maken van gecertificeerd hout om de illegale kap te voorkomen. Over dit hout moet een tax worden betaald, die bij de illegale partij er uiteraard niet was.
Na een behoorlijke afdaling kwamen we in Bira aan, waar ons hotel voor de komende twee dagen staat. Voordat we het dorp in mochten moesten we eerst belasting betalen. Als toeristen betalen we twee keer zoveel als de lokals, wel 20.000 roepia of te wel € 1,30. We kwamen aan bij ons hotel. Dat ligt aan een parelwit strand. Het hoofdgebouw is een schip dat op een rots ligt.
Je loopt een soort kajuit in en daarachter is een trap. Zo kom je op het strand uit. Onze kamer ligt in het gebouw er naast en kijkt uit over het strand. Werkelijk een tropische verrassing waar we dus twee dagen blijven. We hebben de middag heerlijk op het strand doorgebracht tot dat zon schitterend in zee onder ging.
Ook hier komen kennelijk maar weinig toeristen want iedereen wil met ons op de foto. Onze kamer heeft een groot terras dat boven het strand hangt. ’s Avonds bleef het nog lang onrustig op het strand omdat er een karaoke wedstrijd was. Soms klonk het goed maar meestal was het niet om aan te horen.
Singapore en Makassar
Woensdag, 10 september, half bewolkt, 32°
Na een goede nachtrust zijn we weer naar Little India gelopen om deze wijk ook bij daglicht te bekijken. Het blijft verwonderlijk dat naast een zaak waar de autobanden verkocht worden een eettentje is zodat je de geur van rubber er gratis bij krijgt. Alle winkeltjes lijken te klein want ook op het trottoir worden de waren uitgestald. Na een grote mok Starbucks koffie zijn we naar Orchard Road gelopen.
Dit is de grote winkelstraat van ruim 6 km waar alle grote merken hun filialen hebben in grote malls. Deze malls zijn allemaal voorzien van airco zodat het een lekkere verkoeling was om daar deze koopcentra te wandelen.
Opvallend is dat er nog veel nieuwe malls gebouwd worden. De gebouwen hebben allemaal een bijzondere uiterlijk omdat de architecten kennelijk niets te dol was om elkaar te kunnen overtreffen. Zo was er een appartementencomplex met hele grote bloempotten aan de zijkant of complexen waar enorme tuinen tussen de verdiepingen waren aangelegd.
Na Orchard Road zijn we naar Chinatown gewandeld. In deze Chinese wijk hebben we een tempel bezocht met erg kleurrijke beelden.
Er is een groot gebied helemaal autovrij gemaakt en daar kunnen we dus rustig rond kijken naar alle kitsch die daar uitgestald werd. In Chinatown hebben we de lunch genuttigd, lekkere noodles met kip.
Nadat we weer terug waren gelopen naar de haven hebben we op een terrasje gewacht totdat het donker werd. Vanaf Sand werden laserstralen de lucht in geschoten en op verschillende gebouw waren grote reclame spots te zien.
Alle bruggen over de Singapore River werden verlicht. Zo kregen we weer een andere kijk op deze stad. We hebben in Little India gegeten en zijn daarna naar het hotel gelopen. We hadden vandaag bijna 30 kilometer gewandeld. Bij de hotelbalie hebben we een taxi voor morgen vroeg besteld voor de luchthaven.
Donderdag, 11 september, licht bewolkt 31°
De wekker liep om 5.15 uur af. Nadat we de laatste spullen hadden ingepakt zijn we naar beneden gelopen waar de taxi al op ons stond te wachten. Na een snelle rit door een nog slapende stad waren we ruim op tijd om in te checken. We hebben op de luchthaven ontbeten waarna we met een klein vliegtuigje dat nog niet half vol zat naar Makassar gevlogen.
Aan boord werd nog een keer een ontbijt geserveerd. Na bijna 3 uur kwamen we in Makassa aan. Om Indonesië in te komen moesten we eerst een visa kopen. Daarna verliep alles gladjes zodat we naar een kwartiertje al met onze koffers naar buiten liepen. Daar stond onze chauffeur ons al op te wachten met een bordje met onze naam. De koffers werden achterin de luxe Toyota geladen en we verlieten de luchthaven. Makassa is de hoofdstad van Sulawesi en heeft ongeveer 1,5 miljoen inwoners. Via de tolweg reden we naar het centrum. Het contrast met het schone Singapore had niet groter kunnen zijn. Overal zie je rotzooi en troep liggen. De wegen zijn slecht en vol met gaten. Het verkeer krioelt door elkaar en regels zijn er niet. Na een klein uur kwamen we aan bij het Aston hotel. Daar namen we afscheid van de chauffeur. Hij komt ons overmorgen ophalen voor de trip over het eiland. We kregen een ruime kamer. Op de 15e verdieping is een mooi zwembad. Je hebt daar een mooi uitzicht over de stad, die behalve enkele hotels geen hoogbouw heeft.
We zijn eerst naar Fort Rotterdam gelopen. Daar werden we aangesproken door een gids die ons wel rond wilde leiden. Het fort is gebouwd door de Portugezen die het eiland als eerste ontdekte. Daar komt waarschijnlijk ook de oude naam Celebes vandaan. De eerste kolonisten spraken met de inwoners en wezen naar zijn mes met beschermhoes. In het dialect dat toen gesproken werd was dat celes en bes. Toen Indonesië onafhankelijk werd werd de oude naam Sulawesi weer aangenomen.
Na de Portugezen en Spanjaarden kwamen de Nederlanders. Zij bouwden onder leiding van Speelman een hele verdedigingslinie van 36 forten langs de kust. In de oorlogen daarna werd alleen het fort in Makassar gespaard. Als dank werd het fort naar de geboorteplaats van Speelman Rotterdam vernoemd. De fort bestaat uit een verstevigde muur aan de oceaanzijde en heeft verder de vorm van een schildpad. Binnen het fort zijn alle gebouwen herbouwd en doen nu dienst als kantoren voor de regering.
Hierna zijn we naar de boulevard gelopen. Om over te steken moet je gewoon langzaam beginnen te lopen en daarbij kijk je de naderende chauffeurs aan. Op het laatste moment stoppen ze dan of ze wijken nog uit en schieten net langs je heen. De snelheid ligt gelukkig erg laag maar het blijft een belevenis. Bij de boulevard aangekomen werden we aangesproken door en kecak chauffeur. Dat is een fietstaxi. We hebben eerst ijskoffie gedronken daarna fietste hij ons dwars door het drukke verkeer naar de oude haven.
Daar zagen dat de schepen nog steeds met de hand geladen worden. Samen met de chauffeur lopen we midden door de wijk met allerlei smalle steegjes. We waren hier de bezienswaardigheid want hier komen kennelijk maar zelden blanken gelet op de reactie van de kinderen.
Hierna hebben we een bezoek aan de Holland Market gebracht. Dat is een grote markt waarop van alles te koop is. Veel verse producten liggen uitgestald, groente, fruit maar ook vlees en vis.
Ook op de markt kregen we veel opmerkingen en waren wij een bezienswaardigheid. De kecak zette ons weer bij het hotel af. We hebben een heerlijke duik in het zwembad genomen.
In de avonduren moesten we even zoeken naar een restaurantje waar we een hapje konden eten. We vonden een klein tentje dat nog maar net geopend was. De fried rice met beef smaakte er prima.
op de fotopagina staan nog meer foto's. op de videopagina staat een filmpje van het fietsen.
Singapore
Maandag, 8 september en dinsdag 9 september half bewolkt 32°
We zijn vroeg opgestaan want we wilden de trein van 6.27 nemen naar Schiphol. De koffers hadden we al gepakt zodat we meteen konden vertrekken. In trein was het behoorlijk druk maar we konden gelukkig wel zitten. even na 8 kwamen we op de luchthaven aan. We hadden zaterdag al ingecheckt en hoefden nu dus alleen maar de koffers af te geven. We mochten 30 kg meenemen zodat ook dat geen problemen gaf. Alles liep erg voorspoedig en ruim op tijd waren we bij de gate.
Het vliegtuig vertrok keurig op tijd voor de trip van 10834 km waarover ongeveer 12 uur deden. We vlogen een stuk noordelijker over Wit Rusland om het gevaarlijke gebied in Oekraïne te vermijden. De verzorging was prima in orde. Naast de gebruikelijke maaltijden gingen de stewardessen geregeld met fruit, snoep en broodjes rond en werden de glazen regelmatig gevuld. Boven de Bengaalse Zee hadden we behoorlijk last van turbulentie maar verder was het een rustige vlucht.
We kwamen even na half 6 aan op Changi Airport. Daar verliep alles supersnel. De douane gaf ons waar wat stempels in ons paspoort en toen we bij de bagegeband kwamen waren de koffers er al. Buiten stonden voldoende taxi’s om ons naar ons hotel te brengen waar we voor 7 uur al waren. Dat gaf even een probleem want de kamer was pas in de middag beschikbaar. We kregen wel even een tijdelijke kamer waar we ons even om konden kleden. Het was buiten immers al lekker warm. We liepen richting het centrum in een stad die nog niet wakker was. De winkels waren nog dicht en was amper verkeer. Dat veranderde razendsnel na 8 uur. In korte tijd kwam de stad tot leven en ontstond er een gezellige drukte.
Na een ontbijt bij Raffles zijn we richting de haven gelopen. Daar konden we bijna niet komen omdat een groot gedeelte al is afgezet met metershoge hekken voor de F1 Grand Prix die eind september midden in de stad wordt gehouden. Via een speciaal daarvoor aangelegde voetgangersbrug liepen we over het tijdelijke circuit naar de aanlegsteiger voor de rondvaarboten. Daar was een dame dolblij om ons te zien want er waren nog geen andere klanten geweest. Ze belden en even later verscheen de rondvaartboot, die we dus privé kregen. We voeren naar de haven waar we een schitterend uitzicht hadden op de skyline van Singapore.
Deze wordt richting de zee bepaalt door het hotel Sands. Dat bestaat uit drie torens waar boven op een betonnen schip ligt. Op het dek van dat schip is een uitzicht promenade en voorde gasten van het hotel een zwembad. En dat dus allemaal op de 56 verdieping van het gebouw. Landinwaarts staan er deels nog koloniale gebouwen en verder ook weer hoge wolkenkrabbers.
Langs de rivier zijn mooie wandelroutes en terrassen aangelegd. De stad is bijzonder schoon.
Nergens zie je vuil en overal wordt geveegd. Op het weggooien van vuil of kauwgom staan hoge boetes.
Na de cruise zijn we via een mooie voetgangersbrug naar het Sand hotel gelopen om met de lift naar het promenade dek te gaan. Ondanks de smog en de heiigheid wat het uitzicht toch overweldigend.
Aan de voet van het hotel is een nieuwe mall gebouwd met daarin een koopgoot met de zeer exclusieve merken.
Via deze goot zijn we naar het havengedeelte gelopen. Na de lunch hebben we onze kamer gekregen en hebben we even een dutje gedaan.
In de avonduren zijn we naar Little India gelopen. Een wijk die bol staat van de Indiase invloeden, dus erg veel kleurrijke kleding, goud en kruiden. We hebben daar heerlijk gegeten waarna we naar bed zijn gegaan.
Nieuwe reis
Hallo,
We staan weer aan de vooravond van een nieuw avontuur. Op 8 september zullen we naar Singapore vliegen om een paar dagen deze stad te belijken. Daarna gaan we verder naar Sulawesi, een van de Indonsische eilanden. Het heette vroeger Celebes. Hier zullen we samen met een lokale chauffeur en af en toe een gids een tocht over het eiland gaan maken. Daarbij zullen we ook een trekking maken door de rijst- en theeplantages. De auto is dan vervangen door een paard, dat onze bagage zal dragen. We eten en slapen bij de lokale bewoners thuis.
Na Sulawesi vliegen we naar Bali om daar in een villa bij komen van de belevenissen.
Via deze blog zullen we jullie zoveel mogelijk op de hoogte houden zodat jullie me ons mee kunnen reizen. Onderweg zal het redelijk primitief zijn. Er zal dus niet altijd de mogelijkheid zijn om het blog bij te werken.
Veel leesplezier
Carla en Bernard